IL NOUS FAUT UN PROTECTIONNISME MESURE
Le 2 septembre 2016, la société américaine Caterpillar, un grand producteur d’engins de construction, a décidé de fermer son usine de Gosselies en province du Hainaut causant la perte de 2.200 emplois directs et encore environ 6.000 emplois indirects. Ce n’est pas la première fermeture totale de grandes entreprises en Belgique. Le B.U.B. estime que l’UE et la Belgique doivent prendre des mesures drastiques.
Après les fermetures de Renault Vilvorde en 1997, d’Opel Anvers en 2010 et de Ford Genk en 2014, les particrates réagissaient tous de la même façon. Ils trouvaient la décision scandaleuse sans prendre des mesures concrètes. Si la société commerciale est européenne comme Renault, les règles de l’UE (la libre circulation des marchandises et des services) interdisent de sanctionner cette entreprise, mais si elle est extra-européenne, l’UE et le pays touché par la fermeture brusque sans compensations doivent oser prendre des mesures drastiques parce que toutes ces entreprises, malgré la fermeture de leur usine locale, continuent à vendre leurs produits sur le marché concerné.
Le B.U.B. propose donc de rehausser les droits d’importation sur les produits de ces entreprises qui décident de fermer une usine ou de réduire le nombre de travailleurs de façon drastique dans un pays de l’UE, à moins que ces entreprises n’offrent des compensations financières ou des investissements en termes d’emploi au pays touché. Notre marché reste donc ouvert aux produits de ces grandes entreprises, mais celles-ci ne pourront plus les vendre au prix de marché, ce qui les rendra moins concurrentielles en Europe.
Il s’agit d’une mesure protectionniste mesurée et simple qui peut être appliquée très rapidement. Grâce à cette mesure, le B.U.B. espère qu’à l’avenir les entreprises multinationales sans scrupules réfléchiront deux fois avant de procéder à une fermeture d’entreprise ou à un licenciement massif.
WE HEBBEN NOOD AAN EEN GEMATIGD PROTECTIONISME
Op 2 september 2016 besloot de Amerikaanse vennootschap Caterpillar, een grote producent van bouwmachines, zijn fabriek van Gosselies in de provincie Henegouwen te sluiten waardoor 2.200 rechtstreekse en nog eens ongeveer 6.000 onrechtstreekse banen verloren geraken. Dit is niet de eerste totale sluiting van grote bedrijven in België. De B.U.B. is van mening dat de EU en België drastische maatregelen moeten nemen.
Na de sluitingen van Renault Vilvoorde in 1997, Opel Antwerpen in 2010 en Ford Genk in 2014 reageerden de particraten allen op dezelfde manier. Ze vonden de beslissing schandalig zonder concrete handelingen te stellen. Wanneer de onderneming Europees is zoals Renault, verbieden de regels van de EU (vrij verkeer van goederen en diensten) dit bedrijf te bestraffen, maar als het niet-Europees is moeten de EU en het land, dat door de bruuske sluiting zonder compensaties getroffen wordt, drastische maatregelen durven nemen omdat al die ondernemingen, ondanks de sluiting van hun lokale fabriek, verder hun producten op de betrokken markt blijven verkopen.
De B.U.B. stelt dan ook voor de invoerrechten te verhogen op de producten van deze ondernemingen, die beslissen een fabriek te sluiten of hun aantal werknemers in een land van de EU drastisch te verlagen, tenzij deze ondernemingen financiële compensaties aanbieden of investeringen in arbeid aan het getroffen land. Onze markt blijft dus open voor de producten van die grote ondernemingen, maar zij zullen hun producten niet meer aan de marktprijs kunnen verkopen, wat ze minder concurrentieel in Europa zal maken.
Het gaat om een gematigde en simpele protectionistische maatregel die vanaf zeer snel kan toegepast worden. Dankzij die maatregel hoopt de B.U.B. dat in de toekomst de multinationals zonder scrupules twee keer zullen nadenken alvorens een fabriek te sluiten of massaal personeel te ontslaan.
