AANPAK BANKENCRISIS WIJST WEER EENS OP INEFFICIENTIE FEDERALISME
Op 22 januari 2009 besloot de Vlaamse regering aan lening van 2 miljard euro te verlenen aan de toen noodlijdende bank KBC. Deze bank is vooral in het noorden van het land actief en had reeds in oktober financiële steun gekregen van de federale overheid. De Vlaams-nationalisten zeggen nu dat de federale overheid nutteloos zou zijn. De B.U.B. weerlegt deze nationalistische onzin.
1) De Vlaamse regering is niet loyaal
Onlangs vroeg de federale regering aan de deelregeringen om de federale begroting bij te springen, die zwaar te lijden heeft onder de economische crisis. De federale regering kreeg echter nul op het rekwest van de Vlaamse regering. De eerder aan de federale regering beloofde miljoenen euro’s zouden niet worden overgeschreven, hoewel de federale overheid wel het gros van de belastingen int en naar de gewesten en gemeenschappen doorstuurt. De Vlaamse regering treedt dus niet als een loyale federale partner op niettegenstaande artikel 143 van de federale grondwet dat die loyauteit voorschrijft.
De Vlaamse regering schiet prompt “haar” bank KBC ter hulp, maar voor de – waarschijnlijk te Belgische – bank Fortis had ze daarentegen geen euro veil… Dat is gewoonweg hypocriet.
2) De Vlaamse regering draagt geen schuldenlast
De Vlaamse begroting kent geen schulden. Dat heeft niet zozeer te maken met goed bestuur, maar wel met het feit dat de kostelijke sociale zekerheid een federale materie is en de gewesten en gemeenschappen niets van de Belgische staatsschuld moeten dragen (309 miljard euro in 2008). Deze is immers volledig federaal gebleven wat als pervers gevolg heeft dat men de valse indruk krijgt dat de deelregeringen beter presteren dan de federale omdat ze meer geld hebben.
De Vlaamse regering beschikt dan ook over meer bewegingsruimte om “haar” bank bij te springen.
3) De financieringswet van gewesten en gemeenschappen is gebrekkig, net als het hele federalisme
De financieringswet van 1988, het financiële luik van de staatshervormingen die België van een unitaire staat in een federale staat hebben omgevormd, is de belangrijkste oorzaak van het geldgebrek van de federale overheid. Terwijl gewesten en gemeenschappen kunnen smijten met het geld, ontbeert de federale overheid het broodnodige geld voor domeinen als justitie, leger, politie en sociale zekerheid. Er gaat door die wet immers steeds meer geld naar de deelgebieden. Dit is op termijn onhoudbaar en sowieso onaanvaardbaar.
Dit toont weer eens de inefficiënte en absurditeit aan van het federale systeem, waarvoor de traditionele politici verantwoordelijk zijn.
4) Het taalfederalisme is een wens van de flaminganten zelf
Er is geen coördinatie in de aanpak van de bankencrisis. Elke regering van dit kleine land doet een beetje haar eigen zin. In een unitair land zou er een éénvormige aanpak zijn. Indien deze de gelijkheidsregels niet zou respecteren, kunnen de raad van state en het grondwettelijk hof ingrijpen.
Vandaag komen we in de totaal onzinnige situatie terecht waarin diegene die dit catastrofale systeem gewild en ingevoerd hebben aan België verwijten dat het federale niveau niet goed zou werken en bijgevolg nutteloos zou zijn. De separatisten gebruiken hun eigen duivelse brouwsels tegen België. Het wordt tijd hen terecht te wijzen.
LA GESTION DE LA CRISE BANCAIRE PROUVE ENCORE UNE FOIS L’INEFFICACITE DU FEDERALISME
Le 22 janvier 2009, le gouvernement flamand a décidé d’octroyer un prêt de 2 milliards d’euros à la banque KBC, qui était en détresse. Cette banque est surtout active dans le nord du pays et avait déjà reçu une aide financière du gouvernement fédéral en octobre. Les nationalistes flamands disent maintenant que le gouvernement fédéral serait devenu inutile. Le B.U.B. réfute cette absurdité nationaliste.
1) Le gouvernement flamand n’est pas loyal
Récemment, le gouvernement fédéral demandait de l’aide aux entités fédérées pour soutenir le budget fédéral en souffrance en raison de la crise économique. Le gouvernement flamand refusait pourtant de lui venir au secours. Les millions d’euros qui lui étaient promis auparavant ne seraient pas transférés, bien que le gouvernement fédéral perçoive la plus grosse partie des impôts et les vire sur le compte des régions et communautés. Le gouvernement flamand ne se comporte donc pas comme un partenaire loyal au niveau fédéral, nonobstant l’article 143 de la constitution fédérale prescrivant cette loyauté.
Le gouvernement flamand n’hésite pas à soutenir “sa” banque KBC, mais a totalement boudé la banque Fortis, probablement trop « belgicaine »… C’est tout simplement hypocrite.
2) Le gouvernement fédéral ne porte pas la charge de la dette
Le gouvernement flamand n’est pas endetté. Ceci ne tient pas spécialement à une bonne gestion, mais aux faits que la – coûteuse – sécurité sociale soit une matière fédérale et que les régions et communautés ne doivent pas supporter la dette publique fédérale (309 milliards d’euros en 2008). Celle-ci est en effet restée entièrement fédérale, ce qui a pour effet pervers que l’on a l’impression que les gouvernements des entités fédérées soient plus performants que le gouvernement fédéral parce qu’ils disposent de plus de moyens.
Le gouvernement flamand a donc plus de marge de manoeuvre pour venir en aide à “sa” banque.
3) La loi de financement des régions et communautés est une déficiente, tout comme le fédéralisme en général
La loi de financement de 1988, le volet financier des réformes de l’Etat qui ont transformé la Belgique d’un Etat unitaire en un Etat fédéral, constitue la cause principale du manque de solvabilité du gouvernement fédéral. Tandis que les régions et communautés sont en mesure de jongler avec le fric, l’Etat fédéral reste privé de ressources nécessaires pour financer la justice, l’armée, la police et la sécurité sociale. En effet, cette loi transfère de plus en plus d’argent vers les entités fédérées. A terme, ceci est intenable et cette situation est de toute façon inacceptable.
Elle démontre encore une fois l’inefficacité et l’absurdité du système fédéral, dont les politiciens traditionnels sont responsables.
4) Le fédéralisme linguistique est le souhait des flamingants eux-mêmes
Il n’y a pas de coordination dans la gestion de la crise bancaire. Chaque gouvernement dans ce petit pays fait un peu à sa guise. Dans un pays unitaire, il existerait une approche uniforme. Si celle-ci ne respectait pas les règles d’égalité, le conseil d’Etat et la cour constitutionnelle pourraient intervenir.
Aujourd’hui, nous sommes confrontés à la situation totalement absurde dans laquelle ceux qui ont voulu et introduit ce système fédéral catastrophique reprochent à la Belgique que le niveau fédéral ne fonctionne pas bien et serait, partant, inutile. Les séparatistes utilisent leur propres infusions toxiques contre la Belgique. Il est temps de remettre ces imposteurs à leur place.
