DE B.U.B. WIL EEN KAZERNE IN ELKE BELGISCHE PROVINCIE
De minister van binnenlandse zaken, Jan Jambon (N-VA), heeft op 5 april 2017 besloten om vier van de zes kazernes van de civiele bescherming in België te sluiten. Het betreft diegene die gelegen zijn te Ghlin, een deelgemeente van Bergen in de provincie Henegouwen, te Liedekerke in Brabant, te Jabbeke in West-Vlaanderen en te Libramont in Luxemburg. Slechts de kazernes van Brasschaat in de provincie Antwerpen en Crisnée in de provincie Luik blijven behouden. De B.U.B. vindt deze beslissing schandalig.
1. Algehele verontwaardiging
De verontwaardiging van de B.U.B. wordt door zowat alle betrokkenen gedeeld. Zo heeft Joëlle Brouillard, commandant van de civiele bescherming te Ghlin, het over een slechte keuze. Ook Jérouville (MR), de burgemeester van Libramont, betreurt de beslissing. Di Rupo (PS), burgemeester van Bergen, noemt de manier waarop Jambon de civiele bescherming beheert een schande (dat is juist, maar hij verwijgt dat hij bij de zesde ( ! ) “staatshervorming” het departement wou splitsen, infra).
Rommel-Opstaele, de liberale burgemeester van Middelkerke (West-Vlaanderen) liet weten te vrezen voor de veiligheid van haar gemeente en burgers. Ze zal de zaak op tafel gooien tijdens de vergadering van kustburgemeesters. Vanden Broucke (CD&V), de burgemeester van Nieuwpoort (West-Vlaanderen) stelt dat de brandweer onvoldoende gewapend is tegen de uitdagingen waarmee de civiele bescherming te kampen heeft en zal de zaak aankaarten bij zijn partij.
Burgemeester Wynant (CD&V) van Liedekerke gaat het verst en zal samen met zijn gemeenteraad de beslissing ”in de meest ruime zin” aanvechten. Tenslotte zijn alle vakbonden en de raad van de brandweerzone ”Vlaams”-Brabant tegen de hervorming gekant.
Het was nog maar van vorige vrijdag, 31 maart 2017, geleden dat er zich een ernstig chemisch ongeval voordeed in Zevekote, een deelgemeente van de gemeente Gistel in de provincie West-Vlaanderen. De civiele bescherming van Jabbeke is er toen op een efficiënte manier tussengekomen om de uitstoot van een giftige gaswolk, die zich gevormd had ten gevolge van een lek in de tanker van een vrachtwagen, in te dijken. Het dorp moest, net als het aanpalende dorp Sint-Pieters-Kapelle – een deelgemeente van Middelkerke -, ontruimd worden.
2. De risico’s die België loopt
Dit soort ongevallen is zeker zeldzaam, maar omdat België een dichtbevolkt land is, met een doorvoer van vele gevaarlijke stoffen, nl. (petro)chemische, explosieve of radioactieve, en er in ons land:
– 376 zogenaamde Seveso-inrichtingen (bedoeld voor de behandeling, de opslag, het gebruik en de productie van gevaarlijke stoffen),
– twee nucleaire centrales (die bovendien in slechte staat verkeren, ondermeer wegens het geldgebrek dat het federalisme op nationaal niveau veroorzaakt),
– een nucleaire afvalverwerker,
– twee fabrieken voor de productie van nucleaire brandstof
– alsook een onbekend aantal kernwapens op de Limburgse luchtmachtbasis van Kleine Brogel gelegen zijn, is de aanwezigheid van een sterke en over het hele Rijk gedeconcentreerde civiele bescherming essentieel.
Er bestaat vanzelfsprekend ook het risico op aanslagen waarvan sommigen, indien uitgevoerd, dramatische en grootschalige gevolgen zouden hebben (bijvoorbeeld een biologische of chemische aanval). Daarbij mag men niet vergeten dat Brussel zowel de hoofdstad van de EU als het centrum van de NAVO is.
België kent vandaag trouwens een terreurniveau 3 wegens het risico op aanslagen van de Islamitische Staat (IS). Die heeft trouwens al op 22 maart 2016 twee belangrijke terreurdaden op het Belgisch grondgebied gepleegd. En natuurlijk zijn er natuurrampen, waaronder voornamelijk onweders en vrij frequente overstromingen alsook dijkbreuken. We mogen ook het risico op aardbevingen niet vergeten, die tot nu toe gelukkig erg zeldzaam zijn en een beperkte impact gehad hebben, alsook het zeer beperkte maar niet onbestaande risico van de uitbarsting van twee oude vulkanen in het Duitse Eifelgebergte kort aan de Belgische grens.
Tevens dient men rekening te houden met de eventuele impact van (grote) meteorieten of met door de opwarming van de aarde veroorzaakte grote overstromingen.
Tenslotte is er, afhankelijk van de internationale context, nog steeds het gevaar van een Europese of zelfs mondiale oorlog (conventioneel of nucleair). De symbolische “Doomsday Clock” die sedert 1947 bestaat en waarvan twaalf uur een globale catastrofe aangeeft, staat vandaag op tweeënhalve minuut vóór twaalf. Dat is dichter bij twaalf uur dan in 1984, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog!
3. Belangenvermenging, communautaire agenda en zwakke argumenten
Overigens is minister Jambon de titelvoerende burgemeester van Brasschaat, hetgeen zonder twijfel deels zijn beslissing ten voordele van het behoud van de kazerne in die gemeente verklaart. Deze politicus met twee petjes heeft dus in het kader van een belangenconflict een pijnlijke beslissing genomen, zowel op het vlak van veiligheid als van werkgelegenheid, hetgeen op zich al onaanvaardbaar is.
Achter de beslissing schuilt overigens ook een communautaire agenda. Tijdens de besprekingen omtrent de zesde ”staatshervorming” heeft men de regionalisering van de civiele bescherming maar ternauwernood en op het laatste nippertje vermeden. En uiteraard zijn twee kazernes gemakkelijker te splitsen dan zes tijdens een door de separatistische N-VA gewilde volgende ”staatshervorming”. Wellicht was daarom de fanatieke flamingant Hendrik Bogaert (CD&V), ofschoon hij de beslissing om de kazerne van Jabbeke, waar hij burgemeester is, te sluiten betreurde, zeer mild in zijn kritiek.
Het slaat overigens nergens op om deze hervorming te verdedigen door erop te wijzen dat vandaag de civiele bescherming te vaak de taken van de brandweer moet overnemen. Als dat al zo is, moet de wetgever de bevoegdheden maar beter afbakenen.
Bovendien houdt men nog maar twee kazernes over voor het hele Belgische grondgebied, namelijk in de provincies Antwerpen en Luik. Wanneer er zich in het westen van België een ramp voordoet, zoals vorige week, zal de hulp veel langer op zich laten wachten, wat discriminerend en zelfs levensgevaarlijk is voor de betrokken Belgische bevolking. De B.U.B. vindt dat elke Belg recht heeft op een gelijke bescherming en wil dan ook een kazerne van de civiele bescherming in elke provincie.
Voor de B.U.B. is het onaanvaardbaar om op grond van twijfelachtige motieven (belangenvermenging, communautaire drijfveren…) de bescherming van de Belgische burgers te hypothekeren op een moment waarop de wereld gevaarlijker wordt en zich in ons land regelmatig catastrofes, al dan niet van natuurlijke oorsprong, voordoen. De B.U.B. wil integendeel de civiele bescherming versterken door elke provincie van een kazerne van de civiele bescherming te voorzien, dus ook de provincies Limburg, Namen en Oost-Vlaanderen.
LE B.U.B. SOUHAITE UNE CASERNE DANS CHAQUE PROVINCE BELGE
Le ministre de l‘intérieur, Jan Jambon, (N-VA), a décidé le 5 avril 2017 de fermer 4 des 6 casernes de la protection civile en Belgique. Il s’agit de celles situées à Ghlin, une section de la ville de Mons dans la province du Hainaut, à Liedekerke dans le Brabant, à Jabbeke en Flandre occidentale et à Libramont dans le Luxembourg. Uniquement les casernes de Brasschaat en province d’Anvers et de Crisnée en province de Liège sont maintenues. Le B.U.B. trouve cette décision scandaleuse.
1. L’indignation générale
L’indignation du B.U.B. est partagée par presque toutes les personnes concernées. Ainsi Joëlle Brouillard, la commandante de la protection civile de Ghlin estime qu’il s’agit d’un mauvais choix. Jérouville (MR), le bourgmestre de Libramont, lui aussi, déplore la décision. Di Rupo (PS), le bourgmestre de Mons, a déclaré que la façon dont Jambon gère la protection civile est scandaleuse (sans doute, mais il passe sous silence qu’il voulait scinder le département lors de a sixième ( ! ) ”réforme” de l’Etat, infra).
Rommel-Opstaele, la bourgmestre libérale de Middelkerke (Flandre occidentale), faisait savoir qu’elle craint pour la sécurité de sa commune et de ses citoyens. Elle abordera le sujet lors de la réunion des bourgmestres de la côte. Vanden Broucke (CD&V), le bourgmestre de Nieuport (Flandre occidentale) affirme que les pompiers ne peuvent pas suffisamment faire face au défis auxquels la protection civile est confrontée.
Le bourgmestre Wynant (CD&V) de Liedekerke va le plus loin en contestant la décision ”au sens le plus large”. Enfin, tous les syndicats et le conseil de la zone des pompiers du Brabant ”flamand” se sont opposés à la décision.
Pas plus loin dans le temps que vendredi passé, le 31 mars 2017, a eu lieu un accident chimique grave au village de Zevekote, une section de la commune de Gistel en province de Flandre occidentale. La protection civile de Jabbeke y est alors intervenue de façon efficace pour limiter la propagation d’une nuée de gaz toxique qui s’était formée à cause d’une fuite dans la citerne d’un camion. Le village a dû être évacué tout comme le village voisin de Sint-Pieters-Kapelle, une section de la commune de Middelkerke.
2. Les risques auxquelles la Belgique est exposée
Ce genre d’accidents est certes rare, mais puisque la Belgique est un pays densément peuplé, que beaucoup de produits dangereux y circulent, notamment des produits (pétro)chimiques, explosifs ou radio-actifs et vu qu’il existe en Belgique :
– 376 entreprises dites « Seveso » (actives au niveau du traitement, du stockage, de l’usage et de la fabrication de substances dangereuses),
– deux centrales nucléaires (qui sont en outre en mauvais état, notamment en raison d’un manque de financement au niveau national dû au fédéralisme),
– une usine d’incinération nucléaire,
– deux usines pour la production de combustibles nucléaires
– ainsi qu’un nombre inconnu de missiles nucléaires à la base aérienne limbourgeoise de Kleine Brogel,
La présence d’une protection civile forte et déconcentrée sur l’ensemble du Royaume est essentielle.
Il y a évidemment aussi les menaces d’attentats dont certains pourraient, s’ils sont perpétrés, avoir des conséquences dramatiques et à grande échelle (par exemple une attaque biologique ou chimique). A cet égard, il ne faut pas oublier que Bruxelles est à la fois la capitale de l’UE et le centre de l’OTAN.
La Belgique connaît actuellement d’ailleurs un niveau d’alerte terroriste évalué à 3 en raison de la menace d’attentats provenant de l’Etat islamique (EI). Celui-ci a d’ailleurs déjà perpétré deux actes terroristes importants sur le territoire belge le 22 mars 2016. Et il y a bien sûr les catastrophes naturelles, dont surtout les tempêtes et les inondations assez fréquentes, tout comme les ruptures de digue. Il ne faut pas oublier davantage les tremblements de terre, certes très rares et heureusement d’importance réduite jusqu’à maintenant, ainsi que le risque très limité, mais non inexistant d’éruption de deux vieux volcans potentiellement dangereux situés dans l’Eiffel allemand tout proche de la frontière belge.
Egalement, il faut tenir compte de l’impact éventuel de (grandes) météorites ou de grandes inondations, causées par le réchauffement de la Terre.
Finalement, il y a toujours, dépendant du contexte international, le risque d’un conflit européen, voire mondial (conventionnel ou nucléaire). Le “Doomsday Clock“, une horloge symbolique qui existe depuis 1947 et sur laquelle minuit représente une catastrophe globale, affiche aujourd’hui minuit moins deux minutes et demie. C’est plus proche de minuit qu’en 1984, au point culminant de la Guerre Froide!
3. Conflit d’intérêts, agenda communautaire et une faible argumentation
Par ailleurs, le ministre Jambon est bourgmestre en titre à Brasschaat, ce qui explique sans doute partiellement sa décision en faveur du maintien de la caserne dans cette commune. Cet homme politique à deux casquettes a donc pris une décision douloureuse, tant au niveau de la sécurité qu’au niveau de l’emploi, dans le cadre d’un conflit d’intérêts, ce qui est déjà en soi inacceptable.
Derrière la décision se cache d’ailleurs également un agenda communautaire. Lors des pourparlers concernant la sixième ”réforme” de l’Etat, l’on a pu éviter de justesse et en dernière minute la régionalisation de la protection civile. De plus, il est plus facile de scinder deux casernes que six lors d’une prochaine ”réforme” de l’Etat souhaitée par la N-VA séparatiste. C’est probablement pourquoi l‘extrémiste flamingant et bourgmestre de Jabbeke, Hendrik Bogaert (CD&V), se montrait très modéré dans sa critique bien qu’il ait déploré la fermeture de la caserne dans sa commune.
Défendre cette réforme en prétendant que la protection civile doit à l’heure actuelle trop souvent se charger des tâches des pompiers ne tient pas la route. Si c’est déjà le cas, le législateur se doit de délimiter de manière plus efficace les compétences.
De plus, on ne maintient que deux casernes pour l’ensemble du territoire belge, notamment en province d’Anvers et en province de Liège. Lorsqu’une catastrophe a lieu à l’ouest de la Belgique, comme ce fut le cas la semaine passée, l’aide se fera attendre beaucoup plus longtemps, ce qui est discriminatoire et crée un danger mortel pour la population belge concernée. Selon le B.U.B., chaque Belge a droit à une protection égale. C’est pourquoi nous voulons une caserne de la protection civile dans chaque province.
Pour le B.U.B., il est inconcevable d’hypothéquer sur la base de motifs douteux (conflit d’intérêts, motifs communautaires…) la protection des citoyens belges à un moment où le monde devient plus dangereux et où notre pays est régulièrement touché par des catastrophes d’origine naturelle ou non. Le B.U.B. veut au contraire renforcer la protection civile en installant une caserne dans chaque province, donc aussi dans les provinces du Limbourg, de Namur et de Flandre orientale.