HET FEDERALISME SCHAADT DE VEILIGHEID
Volgend op de kwalificatie van het Marokkaanse voetbalelftal voor de Wereldbeker braken er op 12 november 2017 in het centrum van Brussel rellen uit. Drie dagen later werd het Muntplein te Brussel door een nieuwe golf van oproer geteisterd. Zoals gewoonlijk hebben verschillende politici de politie bekritiseerd en een fusie van de zes hoofdstedelijke politiezones geëist.
De B.U.B. wil eerst hulde brengen aan de politie-agenten die, zo goed en zo kwaad als het ging, de orde in Brussel hebben proberen te handhaven tijdens deze gewelddadige confrontaties.
De Belgische politie roeit met de riemen die ze heeft en haar middelen zijn in vergelijking met die van de politiediensten in de buurlanden beperkt.
Tegelijkertijd aanvaardt de B.U.B. niet dat migranten onze openbare orde komen verstoren. De verantwoordelijken voor de rellen moeten vervolgd worden en indien mogelijk naar hun land van herkomst uitgewezen worden.
Een eenvoudige fusie tussen de Brusselse politiezones, zoals sommige politici het voorstellen, zou het probleem van het gebrek aan manschappen en goederen niet oplossen.
Dit verlangen naar een fusie, dat men vooral aan flamingantische zijde opmerkt, is niet ingegeven door een bekommernis van goed bestuur, maar wel door een combinatie van particratische en nationalistische motieven.
De Nederlandstalige partijen hebben veel meer macht op het niveau van het Brussels gewest, dan op dat van de gemeenten. Op het eerste niveau zijn ze immers oververtegenwoordigd. Een fusie van de Brusselse politiezones en van de hoofdstedelijke gemeenten, komt hen dus politiek goed uit.
Volgens de B.U.B. is het trouwens merkwaardig dat dezelfde politici die – naast het taalfederalisme met zijn ontelbare parlementen en regeringen – de splitsing van het parket van Brussel-Halle-Vilvoorde en de taalkundige ”ontdubbeling” van dit arrondissement verdedigd hebben, nu op Brussels meertalig niveau voor centralisme pleiten.
Bovendien telt Brussel zes politiezones voor een miljoen inwoners, dus één per 166.000 inwoners terwijl er in het zogenaamde ”Vlaams” gewest 114 politiezones zijn voor zes miljoen inwoners, dus één per 52.000 inwoners. Waar is dan de logica om de fusie louter tot het Brussels niveau te beperken? De enige uitleg hiervoor kan derhalve slechts nationalistisch en particratisch zijn.
Veiligheidsgrenzen stoppen ook niet aan de taalgrens. Net daarom moeten de parketten en de politiezones op provinciaal niveau eengemaakt worden, m.i.v. Brabant en de provincie Luik. Deze laatste provincie is nog steeds één, zelfs nu de Duitstalige gemeenschap meer en meer bevoegdheden toevertrouwd krijgt.
Sommigen willen Brussel zelfs onder het gezag van de federale regering plaatsen (editoriaal Gazet van Antwerpen van 16 november 2017). Aangezien geweld en criminaliteit geen taalgrenzen kennen, wat we reeds vroeger onderstreept hebben, kan men zich afvragen waarom die redenering niet opgaat voor heel Brabant, dat zo eindelijk vrij zou gemaakt worden van het ”Vlaams”, het ”Waals” en het Brussels gewest, zoals art. 5, al. 2 van de Grondwet het toelaat.
Wat Brabant betreft, herinnert de B.U.B. aan de Brusselse metropolitane gemeenschap, die door de zesde ”staatshervorming” in het leven geroepen werd. Het betreft een overlegorgaan waarvan juridisch gezien de gewesten, de Belgische staat, de beide Brabantse provincies (indien gewenst) en elke Brabantse gemeente deel uitmaakt. Volgens de bijzondere wet moet het orgaan zich buigen over « gewestelijke aangelegenheden die meerdere gewesten aanbelangen ». Jammer genoeg legt diezelfde wet slechts verplicht overleg op wanneer het gaat over het sluiten of het onbruikbaar maken van de op- en afritten van de ring. Voor alle andere materies blijft het overleg facultatief. Maar men kan er inspiratie uit opdoen.
Welnu, reeds in 2015, lanceerde Brussels « minister-president » Rudy Vervoort (PS) een plan voor de creatie van een dergelijke gemeenschap. De instantie diende het overleg tussen Brussel en de gewesten, ”Waals” en ”Vlaams”-Brabant alsook de Brabantse gemeenschap en de federale overheid te formaliseren. Het plan-Vervoort voorzag enerzijds in de oprichting van een intergouvernementeel comité (dat zou bestaan uit de gewestelijke ministers) en anderzijds uit een metropolitane assemblée (waarin de federale overheid, de gewesten, de Brabantse gemeenten en – desgevallend – bovenstaande provincies zouden zetelen). De hoofdstedelijke gemeenschap zou beschikken over een eigen rechtspersoonlijkheid. In weerwil van de beloften om de zesde staatshervorming uit te voeren heeft de ”Vlaamse” regering, die door de separatisten van de N-VA gedomineerd wordt, dit voorstel onmiddellijk verworpen. Diezelfde regering heeft daarentegen niet het minste probleem om talloze anti-Belgische maatregelen (splitsingen die uit diezelfde staatshervorming voortvloeien) door te voeren.
De particratie had ons in het kielzog van de aanslagen van 13 november 2015 te Parijs en 22 maart 2016 te Zaventem en Brussel beloofd om het veiligheidsprobleem in België op te lossen. Maar er werd niets gerealiseerd. Op het RTBF-journaal van 17 november 2017 verklaarde de Brusselse burgemeester Close (PS) dat hij sedert maart 2016 vruchteloos om een versterking vraagt van 400 agenten.
Bovendien verzet de particratie zich hardnekkig tegen de herfederalisering van de minste bevoegdheid, zelfs als die herfederalisering de veiligheid ten goede komt, zoals bijvoorbeeld mobiliteit. Blijkbaar is taalnationalisme belangrijker dan de veiligheid van de burgers.
De ondercapaciteit van de politie is dus een realiteit. Maar de oorzaak van van die ondercapaciteit is de verspilling van de openbare middelen wegens de kost van het taalfederalisme. Deze situatie vermindert de middelen die besteed worden aan de kerntaken van de staat, waaronder politie en justitie. Dat gebrek aan financiering komt ook tot uiting in het feit dat jaarlijks niet minder dan 450.000 dossiers door de Belgische parketten geseponeerd worden bij gebrek aan middelen (RTL, 16.11.17). Het veiligheidsprobleem is niet tot Brussel beperkt. De teloorgang van de kerntaken betreft heel België en overstijgt het links-rechtsdebat.
Er is voldoende geld in België, maar het wordt verspild aan overbodige gewestelijke en communautaire bestuurslagen.
Dat is één van de talloze redenen waarom we zo snel mogelijk naar een unitair België, gedecentraliseerd op basis van de negen historische provincies, moeten terugkeren.
LE FEDERALISME NUIT A LA SECURITE
Suite à la qualification de l’équipe de football du Maroc pour la Coupe du Monde, des émeutes ont éclaté au centre de Bruxelles le 12 novembre 2017. Trois jours plus tard, des nouvelles émeutes ont secoué la place de la Monnaie à Bruxelles. Comme d’habitude, plusieurs politiciens ont pris la police pour cible de leur critique et ont réclamé une fusion des six zones de police dans la capitale.
Le B.U.B. voudrait d’abord remercier les policiers qui a tenté vaille que vaille de maintenir l’ordre à Bruxelles pendant ces deux affrontements violents. La police belge travaille avec les moyens qu’elle a et ceux-ci sont maigres en comparaison avec les moyens des services de police à l’étranger. En même temps, le B.U.B. n’accepte pas que des immigrés viennent troubler notre ordre public. Les responsables des émeutes doivent être poursuivis et, si possible, expulsés vers leur pays d’origine.
Une simple fusion des zones de police bruxelloises, comme certains politiciens le proposent, ne résoudrait pas le problème du manque d’effectifs et de moyens. Cette volonté de fusion des flamingants surtout n’est pas inspirée par un souci de bonne gouvernance, mais bien par une combinaison entre des motifs particratiques et nationalistes. Les partis néerlandophones possèdent bien plus de pouvoir au niveau régional bruxellois qu’au niveau des communes parce qu’ils y sont surreprésentés. Une fusion des zones de police et des communes bruxelloises les arrange donc sur le plan politique.
Selon le B.U.B., il est d’ailleurs étrange que les mêmes politiciens qui ont défendu la scission du parquet de Bruxelles-Hal-Vilvorde, le ”dédoublement” linguistique de cet arrondissement et le fédéralisme linguistique avec d’innombrables parlements et gouvernements défendent un centralisme au niveau multilingue bruxellois.
En outre, Bruxelles compte six zones de police pour un millions d’habitants, donc une par 166.000 habitants, tandis que la soi-disant région ”flamande”, compte 114 zones de police pour six millions d’habitants, donc une par 52.000 habitants. Où est donc la logique de limiter la fusion au seul niveau bruxellois ? L’explication ne peut donc être nationaliste et particratique.
Qui plus est, les frontières de sécurité ne s’arrêtent pas aux frontières linguistiques. C’est pourquoi il faut unifier les parquets et les zones de police au niveau des provinces y compris le Brabant et la province de Liège. Cette dernière province est encore unifiée, même si la communauté germanophone s’est vue octroyer de plus en plus de compétences.
Certains veulent même placer Bruxelles sous l’autorité de gouvernement fédérale (Editorial dans la Gazet van Antwerpen du 16.11.2017). Puisque la violence et la criminalité ne s’arrêtent pas aux frontières de Bruxelles, comme nous l’avons déjà souligné, on peut se demander pourquoi cela ne peut pas valoir pour tout le Brabant qui serait ainsi affranchi enfin des régions « flamande », « wallonne » et bruxelloise, comme d’ailleurs l’article 5, al. 2 de la Constitution le permet.
En ce qui concerne le Brabant, le B.U.B. rappelle la fondation de la communauté bruxelloise métropolitaine par la sixième « réforme de l’Etat ». Il s’agit d’un organe de concertation auquel appartiennent juridiquement les trois régions, l’Etat belge, les deux provinces brabançonnes (si elles le souhaitent) et chaque commune du Brabant. Selon la loi spéciale, il doit s’intéresser aux « matières régionales qui sont d’importance transrégionale ». Malheureusement, cette même loi n’impose la concertation que lorsqu’il est question de fermer ou condamner les accès au et sorties du Ring. Pour toutes les autres matières, la concertation reste facultative. Mais on peut s’en inspirer.
Or, déjà en 2015, le « ministre-président » bruxellois Rudy Vervoort (PS) avait déjà lancé un plan visant à la création d’une telle Communauté. L’instance devrait formaliser la concertation entre Bruxelles et les régions, le Brabant “wallon” et le Brabant “flamand” ainsi que le communes brabançonnes. Le plan-Vervoort prévoyait d’une part un comité intergouvernemental (regroupant des ministres régionaux) et une assemblée métropolitaine (regroupant le niveau fédéral, les régions, les communes brabançonnes et – le cas échéant – les provinces susmentionnées). La communauté disposerait d’une personnalité juridique. En dépit des promesses d’exécution de la sixième réforme de l’Etat, le gouvernement “flamand”, dominé par les séparatistes de la N-VA, a tout de suite rejeté cette proposition. En revanche, ce même gouvernement n’a aucun problème à implémenter les nombreuses mesures antibelges – lisez: les dizaines de scissions – qui résultent de cette même réforme de l’Etat.
La particratie nous avait promis de résoudre le problème de sécurité en Belgique suite aux attentats du 13 novembre 2015 à Paris et du 22 mars 2016 à Zaventem et Bruxelles. Mais rien n’a été réalisé. Invité au journal de la RTBF du 17 novembre 2017, le bourgmestre bruxellois Close (PS) affirma qu’il demande depuis mars 2016 en vain un renforcement de 400 agents.
De plus, la particratie s’oppose obstinément à la refédéralisation de la moindre compétence, même si cette refédéralisation améliore la sécurité, comme p. ex. celle de la mobilité. Apparemment, le nationalisme linguistique est plus important que la sécurité des Belges.
La sous-capacité de la police est donc une réalité. Toutefois, cette sous-capacité est causée par le gaspillage de deniers publics en raison du coût du fédéralisme linguistique. Cette situation réduit les moyens consacrés aux fonctions régaliennes de l’Etat, dont la police et la justice. Ce manque de financement se traduit aussi dans le fait que chaque année non moins de 450.000 dossiers sont classés sans suite par les parquets belges, faute de moyens (RTL, 16.11.17). Le problème de sécurité n’est pas limité à Bruxelles. Le délaissement des fonctions régaliennes concerne toute la Belgique et transcende le débat gauche-droite.
Il y a assez d’argent en Belgique, mais il est gaspillé à des niveaux régionaux et communautaires inutiles.
C’est une des multiples raisons pour laquelle il faut retourner au plus vite à une Belgique unitaire, décentralisée sur base des neuf provinces historiques.