LE FEDERALISME GASPILLEUR
Souvent on entend qu’en Belgique, il y aurait trois ou quatre ministres compétents pour une seule matière. Ce n’est qu’une demi-vérité. Dans plusieurs domaines, il existe en effet plus de 10 ministres compétents. Prenons l’exemple de la sécurité sociale.
Celle-ci comprend les allocations de chômage, les indemnités de maladie-invalidité, les pensions et les pécules de vacances qui sont entièrement nationales. La politique de la santé l’est à 90%. En revanche, la politique familiale est communautarisée. L’ONEM paie également les réductions ONSS des groupes cibles (relevant principalement de la compétence des régions).
La sécurité sociale est éparpillée entre les 14 (!) ministres suivants: De Block (VLD), Bacquelaine (MR), Demir (N-VA), Ducarme (MR) en ce qui concerne le gouvernement fédéral, Vandeurzen (CD&V) Debaets (CD&V) et Vanhengel (VLD) pour la communauté ‘flamande’ (et la COCON), Milquet (CDH), Jodogne (Défi) Gosuin (Défi) pour la communauté “française” (et la COCOF), Greoli (CDH) pour la région ‘wallonne’, Smet (sp.a) et Frémault (CDH) pour la COCOM et Antoniadis (PS) pour la communauté germanophone.
Et dans ce calcul on ne tient même pas compte des doubles mandats en raison de la situation très complexe à Bruxelles. Sinon, le nombre s’élèverait à 17. Pas étonnant que la prise de décisions et la communication soient chaotiques !
70% des ministres compétents en la matière se trouvent donc au niveau communautaire. La sécurité sociale est pourtant toujours pour environ 85% une compétence belge et son financement l’est même à 100%.
Tant que les Belges continuent à voter pour les partis unilingues, nationalistes et séparatistes qui ont créé cette folie, c.-à-d. toute la particratie, rien ne changera pour le mieux. Votez belge, votez B.U.B.!
HET VERSPILLENDE FEDERALISME
Vaak hoort men dat er in België drie of vier ministers bevoegd zijn voor één materie. Dat is maar een halve waarheid. In meerdere domeinen zijn er immers méér dan tien ministers bevoegd. De sociale zekerheid is er een voorbeeld van.
Die bestaat uit de werkloosheidsuitkeringen, de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, de pensioenen en het vakantiegeld. Deze bevoegdheden zijn volledig nationaal. Het gezondheidsbeleid is dat voor 90%. Het gezinsbeleid is communautair. Ook betaalt de RVA de RSZ-kortingen uit inzake doelgroepen (waarvoor vooral de gewesten bevoegd zijn).
De sociale zekerheid is nu versnipperd over de volgende 14 (!) ministers: De Block (VLD), Bacquelaine (MR), Demir (N-VA), Ducarme (MR) voor wat de federale regering betreft, Vandeurzen (CD&V), Debaets (CD&V) en Vanhengel (VLD) voor wat de ”Vlaamse” gemeenschap betreft (en de VGC), Milquet (CDH), Jodogne (Défi), Gosuin (Défi) voor de ”Franse” gemeenschap (en de FGC), Greoli (CDH) voor het ”Waals” gewest, Smet (sp.a) en Frémault (CDH) voor de GGC en Antoniadis (PS) voor de Duitstalige gemeenschap.
En dan rekenen we de dubbele mandaten o.w.v. de zeer complexe situatie in Brussel niet eens mee. Anders zou het aantal stijgen tot 17. Geen wonder dat de besluitvorming en de communicatie in het honderd lopen !
70% van de bevoegde ministers bevinden zich dus op gemeenschapsniveau. Nochtans is de sociale zekerheid nog steeds voor ca. 85% een Belgische bevoegdheid. Voor de financiering ervan geldt dit zelfs voor 100%.
Zolang de Belgen blijven stemmen voor eentalige, nationalistische en separatistische partijen, die deze waanzin in het leven geroepen hebben, d.w.z. de hele particratie, zal niets in hun voordeel veranderen. Stem Belgisch, stem B.U.B.!
