LA PARTICRATIE N’EST PLUS CAPABLE DE GOUVERNER NOTRE PAYS
Plus de 150 jours après les élections du 26 mai 2019 et 11 mois après la chute du gouvernement Michel, la Belgique a toujours un gouvernement en “affaires courantes”. Depuis juin 2007 jusqu’à maintenant, l’ensemble des gouvernements belges a déjà été plus de trois ans ( ! ) en “affaires courantes”. Cette situation est principalement la conséquence d’une classe politique incapable de faire face à l’agitation des nationalistes linguistiques et hostile au renforcement de l’Etat belge multilingue et à son unitarisation. Pour le B.U.B., la coupe est vraiment pleine !
Avant les élections, le gouvernement minoritaire disposait encore de 52 sièges à la Chambre de Représentants: il lui manquait 24 sièges pour avoir une majorité. Depuis les élections, ce cabinet minoritaire a un déficit de 38 sièges. En revanche, le déficit budgétaire, lui, s’élèvera l’année prochaine à la somme astronomique de 12 milliards d’euros, environ autant que le coût annuel du fédéralisme linguistique. Entretemps, au niveau “fédéral”, les négociations entre une partie des partis traditionnels et les séparatistes de la N-VA sont dans l’impasse. Malgré le fait que ce parti antibelge n’ait obtenu que 13% des voix au niveau belge, il doit apparemment être et rester l’épicentre absolu de la politique belge…
Il va de soi que la N-VA ne rentrera jamais dans un gouvernement belge – et encore moins avec le PS après que le parti a été lourdement sanctionné lors des élections – sauf pour scinder (davantage et de manière approfondie) l’Etat belge. Comme Peter De Roover (N-VA) l’a affirmé dans Terzake (VRT, 1er octobre 2019) : les négociations gouvernementales doivent se concentrer sur une “division confédérale” de la Belgique (lisez: une
scission de la Belgique). (1) Sinon, le pays deviendra “automatiquement” “ingouvernable”. En d’autres termes: « si tu ne commets pas un suicide, je te tue. »
La N-VA veut donc profiter de l’impasse actuelle (dont elle porte la coresponsabilité) pour scinder la Belgique, même aux dépens de la prospérité des Belges néerlandophones. Les séparatistes se fichent pas mal de leur “propre peuple”. Le but est de former un Etat sans nation, dont une grande partie de la population parle encore et toujours un amalgame de dialectes belges ou – pire encore – une langue neérlandophone intermédiaire (“verkavelingsnederlands”), comme dans les mauvais feuilletons de VTM.
Que la particratie attend-elle pour former une majorité sans la N-VA? Paul Magnette, le président du PS, s’est exprimé ainsi à ce sujet le 13 juin 2019:
“On a une position très claire. C’est soit la N-VA, sans le PS; Soit c’est le PS sans la N-VA. Nous ne négocierons pas avec la N-VA car la N-VA veut le confédéralisme et nous ne parlerons pas de confédéralisme. On veut parler de choses urgentes. Nous n’avons rien en commun”.
Si les particrates ne s’en sortent pas – ce qu’on verra après la mission de l’informateur Paul Magnette (PS) – , l’heure sera à un gouvernement d’experts, comme Joachim Geens, un candidat à la présidence du CD&V, vient de proposer. Une consultation populaire intelligente (voir notre texte) pourra être organisée en même temps pour crever une fois pour toutes l’abcès du communautarisme linguistique. Lors de la Question royale, on n’a pas fait autrement.
La Belgique doit abandonner la baliverne selon laquelle la diversité linguistique nécessite l’autonomie et donc le fédéralisme, voire le séparatisme. Il s’agit d’un mensonge qui ne sert que les intérêts de la classe particratique. Une Belgique unitaire et multilingue où toutes les langues nationales sont traitées sur pied d’égalité est non seulement possible mais également nécessaire.
(photo: drapeaux flamingants jetés à la poubelle; source image: inconnue, mais partagée par un particulier sur Facebook)
DE PARTICRATIE IS NIET MEER IN STAAT ONS LAND TE BESTUREN
Meer dan 150 dagen na de verkiezingen van 26 mei 2019 en elf maanden na de val van de regering Michel, heeft België nog steeds een regering in ‘’lopende zaken’’. Sedert juni 2007 tot vandaag zaten alle Belgische regeringen samen al méér dan drie jaar ( ! ) in ‘’lopende zaken’’, grotendeels wegens het bestaan van een politieke klasse die onbekwaam is om het hoofd te bieden aan taalnationalistische agitatie en pertinent weigert de meertalige Belgische staat te versterken en unitair te maken. Voor de B.U.B. is de maat meer dan vol !
Vóór de verkiezingen had de huidige minderheidsregering nog 52 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers: een tekort van 24 zetels voor een meerderheid. Sedert de verkiezingen heeft dit minderheidskabinet een tekort van 38 zetels. Het gat in de begroting daarentegen zal volgend jaar de astronomische som van 12 miljard euro bedragen, ongeveer evenveel als de jaarlijkse kost van het taalfederalisme. Ondertussen zitten op het zogenaamde ‘’federale’’ niveau de onderhandelingen tussen een deel van de traditionele partijen en de separatistische N-VA in een impasse. Hoewel die anti-Belgische partij amper 13 procent van de stemmen haalde op Belgisch niveau, moet ze blijkbaar het onbetwist epicentrum van de nationale politiek zijn en blijven…
De N-VA zal natuurlijk nooit in een Belgische regering stappen – laat staan met de PS en nadat de partij de verkiezingen zwaar verloren heeft – tenzij om de Belgische staat (vergaand) te splitsen. Zoals Peter De Roover (N-VA) het op Terzake stelde (VRT, 1 oktober 2019) moesten de regeringsonderhandelingen gaan over een ‘’confederale opdeling’’ van België (lees: een splitsing van België). (1) Zoniet zal het land “automatisch” ‘’onbestuurbaar’’ worden. Anders gezegd: “als je geen zelfmoord pleegt, ga ik je doden.”
De N-VA wil dus van de huidige impasse (waarvoor ze medeverantwoordelijk is) gebruik maken om België te splitsen en zelfs ten koste van de welvaart van de Nederlandstalige Belgen. Ze trekken zich gewoon niets van het “eigen volk”. Het doel is een staat zonder natie te vormen, waar een groot deel van de bevolking nog altijd hoofdzakelijk een samenraapsel van Zuid-Nederlandse dialecten of – erger nog – een “verkavelings-Nederlands” spreekt, zoals in de slechte feuilletons van VTM.
Waar wacht de particratie eigenlijk op om zonder de N-VA een regering te vormen? Paul Magnette, de voorzitter van de PS, zei daar op 13 juni 2019 het volgende over:
“Onze positie is erg duidelijk. Ofwel is het de N-VA, maar dan zonder de PS; Ofwel de PS, maar dan zonder de N-VA. We zullen niet met de N-VA onderhandelen, want de N-VA wil het confederalisme en we zullen daarover niet praten. Wij willen over dringende zaken spreken. We hebben niets gemeenschappelijks”.
Als de particraten er niet uitkomen – wat we zullen zien na de opdracht van informateur Paul Magnette (PS) – , moet er maar een expertenregering gevormd worden, zoals Joachim Geens, een kandidaat-voorzitter van CD&V, dat voorstelde. Een intelligente volksraadpleging (zie onze tekst) kan tegelijkertijd worden georganiseerd om eindelijk de splijtzwam van het taalcommunautarisme weg te nemen. Tijdens de Koningskwestie heeft men het niet anders gedaan.
België moet definitief af van het vertelsel volgens hetwelk taaldiversiteit gepaard moet gaan met autonomie en dus met federalisme of zelfs separatisme. Dat is een leugen, die alleen de belangen van de particratische klasse dient. Een unitair en meertalig België waarin alle landstalen op gelijke voet staan, is niet alleen perfect mogelijk maar ook noodzakelijk.
(flamingantische vlaggetjes in de vuilbak; bron beeld: onbekend, maar gedeeld door een particulier op Facebook)
(1) Comme le disait M. Reynebeau dans Le Standaard du 30.10.19: “le droit constitutionnel (définit) le confédéralisme clairement comme une forme poussée du séparatisme”. Voilà une définition très correcte, empruntée d’un texte du B.U.B. – Zoals M. Reynebeau het zei in DS van 30.10.19: “de staatsleer (definieert) confederalisme helder als een doorgedreven separatisme“. Deze zeer correcte definitie is ontleend aan een tekst van de B.U.B.
