In het discours over België moeten we af en toe proberen af te stappen van de argumenten pro (of contra) de staat. Waar het in essentie om gaat is de democratie. België is vandaag een federale democratische rechtsstaat. Dat betekent echter niet dat alle voorwaarden om een echte democratie te zijn vervuld worden.
Allereerst is ons land geen echte federale staat, omdat er geen federale partijen zijn. Geen echte federale staat ook omdat er essentieel twee polen zijn, met geïnstitutionaliseerde nationalismen. Dat wil zeggen dat het Vlaams en het Waals Gewest en beider Gemeenschappen hun eigen Raad en regering hebben, desbetreffend ook cultuurraad. Ook voor het Brussels Gewest is dit het geval, en er is een Duitstalige gemeenschap. Aangezien er echter twee taalgroepen dominant zijn, en de geëigende instituties hebben om dit relatief overwicht uit te spelen kunnen we spreken van gebetonneerde nationalismen. Het is niet “federalisme” dat an sich fout is, maar wel de manier waarop het in dit land is ingevuld. Zo leunt het model dat de B.U.B. aanstaat over provinciale decentralisatie veel meer aan bij waarachtig federalisme dan het Belgisch model van vandaag. De “splijtzwam” die voor nationalisten zo belangrijk is, varieerde de laatste 80 jaar: Maar het ging hem alleszins om “iets” dat zij meenden of menen te erkennen dat radicaal verschilt in het ‘Vlaamse en Waalse’ volk. Het is dit iets dat zo moeilijk, wellicht onmogelijk, te definiëren valt dat nationalisme in ons land (of waar dan ook) zo onbegrijpelijk maakt. Ontstaat nationalisme vanuit verdrukking? Dan kunnen de Nederlandstaligen er zich inderdaad op beroepen dat ze gedurende een lange periode van de Belgische geschiedenis in bepaalde van hun (taal)rechten miskend werden. Niet zozeer als de zwarten in Zuid-Afrika of de Indianen natuurlijk. Paradoxaal genoeg is het discours dat men in het nieuwe federale Zuid-Afrika voert er één van begrip en verzoening. In het veel rijkere en welvarende Vlaams Gewest, dat al decennia de bovenhand heeft, hanteren bepaalde politieke machthebbers voortdurend een taal die opzet tot splitsingen. Waarom? Geen enkele beweging, noch de Belgische, de Europese of de Vlaamse heeft een alleenrecht op goed bestuur. Zijn sommigen onder ons er zo zeker van dat hun eigen politici zoveel beter zouden besturen dan Nederlandstaligen en Franstaligen samen? En de verschillen tussen christen-democraten, socialisten, liberalen, nationalisten, mannen en vrouwen, arbeiders en boeren enz… dan binnen het Vlaams Gewest? Wanneer men vanuit deze stelling vertekt streeft men trouwens niet zozeer naar beter bestuur. Ook als België perfect zou werken immers, dan nog zou men autonomie nastreven. Zodus kunnen we het zelfbeschikkingsrecht van de Vlaamse Beweging als inherent aan de beweging zelf beschouwen. Zij is een doel op zich.
De “transfers” zijn dan eigenlijk niet zozeer meer een twistpunt. Immers, zowel bij weinig als bij veel interregionale transfers kan men vanuit bovenstaand oogpunt betogen dat Vlaanderen of Wallonië nood heeft aan een eigen bestuur in twee autonome staten. Deze meertalige solidariteitsmechanismen kunnen als dusdanig eenzijdig doorbroken worden in de naam van het “zelfbeschikkingsrecht van het Vlaams/Waalse volk”. Is het opheffen van een, weliswaar onvolmaakte, democratie een daad die de democratie versterkt? Wij durven stellig te beweren van niet. Vaak horen we dat er op regionaal niveau makkelijker kan bestuurd worden. Is dit wel zo? Boven wezen we reeds op de enorme interregionale verschillen. Maar ook al zou er op regionaal niveau beter bestuurd kunnen worden, dan is het nog de vraag of een democratie, in casu de Belgische, tot doel heeft gemakkelijkheidsoplossingen te formuleren door te pleiten voor verregaande regionaliseringen, die “op een goede dag” tot het einde van de Belgische Staat zouden moeten leiden. Dit heeft echter niets te maken met een versteviging van de democratie: immers de partijen die dit pleidooi houden hebben geen monopolie op de democratie ook niet in de eigen regio. Het heeft ook niets met democratie te maken omdat twee regio’s volkomen aan hun lot worden overgelaten. Men wil met andere woorden niet meer verantwoordelijk zijn voor de andere regio. Ook al zouden burgers daar het slachtoffer worden van een splitsing. Beter gezegd: Men wil verantwoordelijk zijn op eigen initiatief. Via onderhandelingen, niet via democratische, meertalige procedures. Ondertussen wil men wel solidair zijn met Palestina of Afrika. Dat immers is makkelijk, want ver weg.