“De roemruchte copernicaanse revolutie komt neer op een ellenlange lijst van bevoegdheden die verschuiven van het federale niveau naar dat van gewesten en gemeenschappen. Belastingen, organisatie van de rechtbanken, wetenschapsbeleid, economische migratie en nog een hele rist andere elementen moeten naar gewesten en gemeenschappen gaan. In de tekst komt er zelfs een onverholen dreigement voor dat de deelstaten hun eigen Raad van State en hun eigen Rekenhof kunnen oprichten. De juridische en financiële eenheid van het federale België zou daardoor helemaal ondermijnd worden.
Als je de tekst aandachtig leest, is het vreemd dat nergens wordt gemotiveerd waarom precies díé instellingen naar de deelstaten zouden moeten gaan. Wel valt op dat het verlanglijstje bulkt van de instellingen die symbool staan voor het bestaan van een soevereine staat. In de meeste federale staten is het vanzelfsprekend dat de inrichting van de rechtbanken, het uitreiken van verblijfsvergunningen en de controle door een administratief rechtscollege of door het Rekenhof tot het federale niveau blijven behoren. Door die kerninstellingen nu ook uit te kleden wordt de weg geplaveid voor het verder uiteenvallen en uiteindelijk verdwijnen van de Belgische federatie.
(…) er worden wel een paar solidariteitsmechanismen voorzien, maar blijkbaar hebben die een uitdovend karakter. Bij Verhofstadt (in zijn nota van 2008) werd ook het federale niveau op een aantal punten versterkt, in de huidige nota is het puur eenrichtingsverkeer, en gaan alle bevoegdheidsoverdrachten richting gewesten en gemeenschappen: het federale niveau wordt vakkundig uitgekleed. Er worden flink wat vitale kaarten uit het federale kaartenhuisje getrokken, zodat je over vijf of tien jaar nog enkel eens flink hoeft te blazen om de constructie te laten instorten.
(…) het is gewoon één lange lijst van federaliseringsvoorstellen, zelfs zonder al te veel preambule. De lezer heeft daardoor het raden naar wat de doelstelling is van een groot aantal maatregelen. Een duidelijke visietekst, waarin bijvoorbeeld wordt gesteld dat men gelooft in de toekomst van het federale België, zou wat dat betreft al een stuk meer duidelijkheid hebben gebracht. Het feit dat er geen heldere visie in de tekst wordt geformuleerd, kan ervoor zorgen dat lezers hierin niet meer zien dan een forse stap in de richting van een volledige demontage van het Belgische bouwwerk.”