B PLUS OP HET CONFEDERALE PAD

In een merkwaardig opiniestuk (“Toekomst van Vlaanderen zal Belgisch zijn of zal niet zijn! ”, de Groene Belg 154) maakt B “Plus” (ooit bekend als Belgisch-gezinde organisatie) definitief de “confederale” bocht. Onder het mom van een “goed werkend federalisme”, geeft B Plus toe dat ze resoluut kiest voor een confederaal model.

Zo citeren we: “De vraag is wat willen en wat moeten we [de Vlaamse en de Franse Gemeenschap] samen doen op federaal niveau en wat gebeurt beter op regionaal niveau waarbij solidariteit als het hoogste goed beschouwd moet worden” . B Plus kiest voor een staatshervorming, uitgevoerd door onderhandelaars van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap…

B Plus heeft het over “samenwerking tussen bestuursniveaus” (zoals tussen soevereine staten?), “vertrouwensbreuken tussen de actoren op verschillende bestuursniveau’s”, “onderhandelingen zonder winnaars of verliezers”. Triest, als je bedenkt dat België een landje is van 30.000 vierkante kilometer met ½ van het aantal inwoners van Mexico-Stad. De unitaristen worden – tussen haakjes – door B Plus steevast als oubollig afgeschilderd, omdat die “terug naar het verleden” zouden willen. Maar ook B Plus sluit geen herfederaliseringen uit (alsof een herfederalisering geen terugkeer naar een verleden toestand is!).

De twee grote gemeenschappen bepalen volgens B Plus (door onderhandelingen) wat de (uitgeholde) Belgische overheid nog mag doen. Nochtans bestaat België uit drie gemeenschappen en drie gewesten en ligt, krachtens de Belgische Grondwet, de bevoegdheid om de bevoegdheden te verdelen bij de Federale Grondwetgever. Niet zo volgens B Plus. Volgens deze organisatie moet België verder evolueren naar een ‘permanente diplomatieke conferentie’, iets wat ze nota bene zélf bekritiseren.

B Plus wil “de nodige meerderheden” vinden (d.i. een Nederlandstalige én een Franstalige meerderheid in het Parlement). Dat dit de facto een confederale onderhandelingswijze is (elke grote taalgroep beschikt over een wederzijds vetorecht), ontgaat de organisatie volkomen. Is een referendum teveel gevraagd? Mogen de Belgen zich, voor het eerst sinds 1970 misschien eens uitspreken over de toekomst van hun land?

Niet de Belgische burgers moeten echter, wat B Plus betreft, beslissen over de toekomst van de staat, wel onderhandelaars achter gesloten deuren: “Hoewel er wederzijds belangrijke en moedige toegevingen gedaan worden zal geen enkele van de betrokken partijen als verliezer de onderhandelingstafel moeten verlaten”. Die “moedige toegevingen” gaan in de richting van de verwezenlijking van de doeleinden van het rechtse taalnationalisme: de splitsing van de kieskring BHV, het ratificeren van de reeds gesloten deelakkoorden (onder andere splitsing van delen van energie, telecommunicatie, de huur- en pachtwet, mobiliteit, justitie, splitsing van federale instellingen).

Merk op dat B Plus de deelakkoorden inzake de splitsing van de arbeidsmarkt (ergo van de sociale zekerheid) toejuicht. Vreemd voor een organisatie die, naar eigen zeggen, de “interpersoonlijke solidariteit” wil versterken. Uit het schrijven wordt voorts duidelijk dat i.t.t. wat B Plus voorwendt, de bevoegdheden niet op basis van “objectieve criteria” (wat dié ook mogen zijn!) moeten worden verdeeld. Hoe dan wel? Voor de aandachtige lezer is het duidelijk dat

– Het zwaartepunt bij de deelstaten komt te liggen: “het bevorderen van de autonomie en de responsabilisering van de gewesten. ”(Zonder normenhiërarchie is dit trouwens zuivere en ongecontroleerde machtsuitbreiding van de deelstaten)

Een uitgeholde federale staat nog zal overblijven, meer precies: een “federaal bestuur dat garant staat voor het behoud van de solidariteit en dat in staat is snel in te grijpen bij crisissituaties”,
Heeft de “zwijgende meerderheid” waarover B Plus het – terecht overigens – heeft daarom gevraagd? Hoe kan een verder uitgeholde federale staat overigens nog efficiënt zijn als men vandaag al vaststelt dat ze reeds, vooral op financieel vlak, met handen en voeten gebonden is aan de grillen van de deelstaten (het toppunt is dat B Plus diezelfde vaststelling maakt aangaande de verminderde fiscale slagkracht van de centrale staat) !
De tekst bevat nog andere slordigheden en tegenstrijdigheden. Let op dit juweeltje:

Samen met de staatshervorming moet ook een oplossing gevonden worden voor de problemen die we als specifieke taalkwesties kunnen omschrijven. Dit laatste dient te gebeuren samen met het zoeken naar een evenwichtige en efficiënte verdeling van de sociaal-economische bevoegdheden tussen de het Federale niveau en de Gewesten.” En in een volgend citaat luidt het dan weer: “Wil men een staatshervorming realiseren […] dan moet men vooraf de taalgebonden hindernissen opruimen – daarover is iedereen akkoord.”

Ten gronde kan men zich afvragen welke “taalkwesties” er dan nog moeten “opgelost” worden. De taalstrijd is al lang gestreden, sedert 1898 staan de twee grote landstalen op voet van gelijkheid en sedert de jaren 1930 is België ingedeeld in taalgebieden.

De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde gaat niet over taal, maar wel over de congruentie van “cultuur-“ en (deel)staatsgrenzen, iets wat uiteraard een nationalistisch streven is (cf. Gellner). Voorts is het ronduit ontstellend vast te stellen welke “waarborgen” B Plus biedt om tot een “evenwichtig akkoord” te komen: een federale kieskring (alsof 15 federaal verkozen kamerleden het ‘land gaan redden’), “Het definitief vastleggen van de taalgrens” (gebeurde dat dan niet in 1963?) en “dus ook het afstand doen van de eis tot uitbreiding van het Brusselse Gewest” (niet dat we daarvoor zijn, maar in een democratie mag toch alles bespreekbaar zijn?) en de afspraak dat de taalfaciliteiten niet uitdovend zijn (de taalfaciliteiten staan via de taalwet in de Grondwet).

Het is ook lachwekkend te lezen aan wat B Plus de communautaire problemen toeschrijft. We citeren: “ Het falend beleid van vandaag is ongetwijfeld te wijten aan het feit dat we nog steeds een aantal communautaire taboes en symbolen als herinneringen uit het verleden met ons meedragen” . Wie zijn “we”? De traditionele politici of de Belgische burgers? Ten gronde is het ‘falend beleid’ in wezen enkel te wijten aan de sterkte van het taalnationalisme bij hen die geacht worden ons te vertegenwoordigen. Bovendien zouden de structuren die dit verfoeilijk nationalisme institutionaliseren, de gewesten en de gemeenschappen, volgens B Plus… versterkt moeten worden!

De bezwaren van de organisatie tegen een splitsing van België zijn dan ook eerder praktisch van aard: ‘Het separatistische ideeëngoed biedt geen oplossing voor de huidige institutionele problemen. De separatisten lopen rond de hete brij. […] Hun objectieven bij de onderhandelingen voor een opdeling van het land zijn vaag en gaan voorbij aan de essentiële vragen. Wat met Brussel? Wat met de randgemeenten? Hoe wordt de openbare schuld verdeeld? Wat met de belastingen van de pendelaars? Wat met het federaal passief en de sociale zekerheid?’

A contrario betekent dit dus dat voor B Plus België mag gesplitst worden, indien voor al deze problemen een oplossing gevonden wordt. Als we de belastingen van de pendelaars kunnen regelen (en waarom zou dat niet kunnen, zijn er ook geen pendelaars naar het Groothertogdom Luxemburg!?), mag België gesplitst worden! Hoe wordt de openbare schuld verdeeld? Heeft men dat in Tsjechoslovakije niet kunnen regelen? Wat met de sociale zekerheid? Is de preventieve gezondheidszorg dan al niet gesplitst? Wat met Brussel? Moet een « België-light» in stand worden gehouden omwille van Brussel? Voorwaar, dit is munitie voor de separatisten!

Ongelooflijk ook hoe steeds weer Brussel in dit soort betogen te pas en, vooral, te onpas opduikt: “In Brussel begint alles en daar eindigt alles… en zo lang we dat niet begrijpen zullen we geen oplossing vinden.” . B Plus meent dat haar voorstellen als “verraad” zullen bestempeld worden of als “een kaakslag”. Inderdaad, maar dan wel aan de Belgische bevolking. Opvallend ook hoe B Plus als voorbeeld verwijst naar “alle andere, federale staten”. Weet men daar dan niet dat elke federale staat meerpolig is, dat er geen “etnische” (taalgebonden) indeling is van de deelstaten, dat er een normenhiërarchie is, een eengemaakt buitenlands beleid, federale partijen… Maar daar pleit B Plus niet voor, zelfs een derde (Brabants) gewest is er te veel aan. De Belgen worden met een kluitje in het riet gestuurd. De zogenaamde “borrelnootjes” heten hier “Brussels Metropolitan Area”…

Dit alles toont nog maar eens aan hoe separatisme in het verlengde van een binair en etnisch “federalisme” ligt. “In het buitenland lachen ze met ons” , zegt B Plus. Tja, zes parlementen en zes regeringen zijn dan ook niet erg serieus, dat is waar.