DE B.U.B. VERZOEKT GROEN EN ECOLO HUN ONGRONDWETTELIJKE ACTIVITEITEN TE STAKEN
Zoals geweten achtte de “preconstituante” – de vorige ontslagnemende regering met steun van een 2/3de meerderheid in de twee wetgevende Kamers – het nodig om op 7 mei 2010 de Grondwet op verschillende punten voor herziening vatbaar te verklaren.
Ter uitvoering van een deel van het communautaire akkoord aangaande een zesde “staatshervorming” (11 oktober 2011) dat door het regeerakkoord begin december 2011 werd bevestigd, heeft de “constituante” – d.i. de federale regering met steun van de partijen Ecolo en Groen in beide wetgevende Kamers – een overgangsbepaling in art. 195 van de Grondwet ingevoegd. Het wetsvoorstel daartoe werd op 15 maart 2012 in de Kamer goedgekeurd. De Senaat keurde hetzelfde wetvoorstel op 22 maart goed. De overgangsbepaling verscheen tenslotte in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2012.
Nochtans is deze grondwetsherziening niet grondwettelijk. De redenen daarvoor zette de B.U.B. al in verschillende teksten uiteen (tekst 1, tekst 2, tekst 3, tekst 4, tekst 5, tekst 6, tekst 7, tekst 8) en aan onze klacht daaromtrent d.d. 9 maart 2012 bij de Raad van Europa werd een goed gevolg gegeven.
1) Aan de verklaring tot herziening van de Grondwet van 2010 werden door de “preconstituante” verscheidene artikels toegevoegd die zich niet bevonden in de verklaring tot herziening van de Grondwet d.d. 2 mei 2007, hoewel de regering op dat moment “in lopende zaken” was. Dit is ongrondwettelijk.
2) Volgens de rechtspraak van de Raad van State (arrest d.d. 26 mei 1999) kan een regering in “lopende zaken” enkel handelingen die te maken hebben met het dagelijks bestuur en dringende zaken stellen. Een verklaring tot herziening van de Grondwet hoort hier uiteraard niet bij.
3) Het is ongrondwettelijk dat de “constituante” andere artikels dan die artikels die door de “preconstituante” voor herziening vatbaar verklaard zijn, wijzigt. Nochtans is de “constituante” van plan dit te doen.
4) Het invoeren van een overgangsbepaling in de Grondwet die m.n. artikel 195, tweede lid, voor de duur van deze legislatuur opschort is in strijd met artikel 187 van de Grondwet dat stelt dat de Grondwet geheel noch gedeeltelijk mag opgeschort worden.
5) Het feit dat de “constituante” uitsluitend de tweede alinea van het grondwetsartikel 195 uitgesloten heeft en niet de eerste alinea, die verplicht om de artikels die voor herziening vatbaar verklaard kunnen worden aan te duiden, impliceert dat de opschorting van het artikel slechts gedeeltelijk is, hetgeen het ongrondwettelijke karakter van de maatregel versterkt en haar onlogisch maakt.
6) Het is ongrondwettelijk om een grondwetswijziging aan de consultatie van de kiezers te onttrekken, hoewel de “constituante” dit wil.
7) Het is ongrondwettelijk om, zoals de “constituante” dit wenst, artikel 195 tweemaal tijdens dezelfde legislatuur te wijzigen.
8 ) Het belang van de grondwetsartikels die de “constituante” wil herzien – de hervorming van de Senaat, de provincies, de financieringswet … – vormt bovendien een verzwarende omstandigheid. Het gaat hier niet om zomaar een grondwetsherziening maar wel één die aan de fundamenten van de Belgische rechtsstaat raakt.
Overigens is deze grondwetsschending nutteloos, gelet op het feit dat de openlijk Vlaams-nationalistische partijen er in de peilingen op blijven vooruitgaan. De staatshervorming zorgt dus niet voor communautaire pacificatie, maar dedouaneert net het radicaal-rechtse gedachtengoed.
Om bovenvermelde redenen vraagt de B.U.B. met aandrang aan de partijen GROEN en ECOLO alsook aan hun leden om de ongrondwettelijke activiteiten, waaraan ze meewerken, met onmiddellijke ingang te staken en de B.U.B. binnen de acht dagen een positief antwoord te geven. Indien geen of een negatief antwoord gegeven wordt door hun bevoegde instanties, zal onze partij overwegen om een burgerlijke en strafrechtelijke procedure tegen deze twee partijen en hun leden op te starten tot bescherming van de rechtstaat en de politieke rechten van de Belgische burgers.
Dit is uiteraard niet onze wens, gelet op het feit dat de partijen ECOLO en GROEN, hoewel ze apart opgericht werden, een zekere gehechtheid aan de eenheid van België getoond hebben door een gemeenschappelijke parlementaire fractie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en in de Senaat te vormen. Deze gehechtheid aan de natie schijnt ons nochtans een bijkomende reden te zijn om de Belgische Grondwet niet te schenden, temeer daar deze partijen, die gefinancierd worden door de Belgische belastingbetaler, geen deel uitmaken van de Belgische regering en op heden dus over een grotere beslissingsvrijheid beschikken.
LE B.U.B. INVITE GROEN ET ECOLO A ARRÊTER LEURS ACTIVITES ANTICONSTITUTIONNELLES
Comme on sait, le 7 mai 2010, la “pré-constituante” – le gouvernement précédent appuyé par une majorité de 2/3 dans les deux Chambres législatives – a trouvé nécessaire de déclarer que la Constitution était révisable sur plusieurs points.
Après l’accord communautaire sur la sixième “réforme de l’Etat” du 11 octobre 2011, confirmé par le nouveau gouvernement constitué début décembre 2011, la “constituante” – à savoir le gouvernement fédéral soutenu par les partis Ecolo et Groen dans les deux Chambres législatives – a inséré une mesure transitoire dans l’article 195 de la Constitution. Le projet de loi visant la modification de l’article 195 a été approuvé par le Sénat le 22 mars 2012. Enfin, la disposition transitoire a été publiée au Moniteur belge le 6 avril 2012.
Toutefois, cette révision de la Constitution est anticonstitutionnelle. Les raisons ont déjà été expliquées par le B.U.B. dans plusieurs textes (texte 1, texte 2, texte 3, texte 4, texte 5, texte 6, texte 7, texte 8) et notre plainte à ce sujet du 9 mars 2012 auprès du Conseil de l’Europe a été prise en compte.
Nous répétons les points principaux :
1) La “préconstituante” a rajouté différents articles qui ne se trouvaient pas dans la déclaration de révision de la Constitution du 2 mai 2007 alors que le gouvernement était en affaires courantes. Ceci est anticonstitutionnel.
2) Selon l’arrêt du Conseil d’Etat du 26 mai 1999, un gouvernement en affaires courantes ne peut traiter que ce qui a trait à la gestion journalière et aux affaires urgentes. Une déclaration de révision de la Constitution ne répond évidemment pas à ce critère.
3) Il est anticonstitutionnel que la “constituante” modifie d’autres articles que ceux déclarés modifiables par la “préconstituante”. Et pourtant, la “constituante” compte le faire.
4) L’insertion d’une mesure transitoire dans la Constitution et plus précisément la suspension de l’article 195, alinéa 2, pour la durée de cette législature est en contradiction avec l’article 187 de la Constitution qui prévoit que la Constitution ne peut pas être suspendue ni en partie ni en entier.
5) Vu que la “constituante” a exclu uniquement l’alinéa 2 de l’article 195 de la Constitution et non l’alinéa 1, qui oblige d’indiquer les articles à modifier, cela fait sous-entendre que la suspension de l’article n’est que partielle ce qui accentue le caractère inconstitutionnel de la mesure et la rend illogique.
6) Il est anticonstitutionnel de soustraire un amendement à la Constitution à la consultation des électeurs, bien que ce soit ce que la “constituante” souhaite faire.
7) Il est anticonstitutionnel, comme la “constituante” le souhaite, de modifier deux fois l’article 195 pendant une seule législature.
8) L’importance des articles de la Constitution que la “constituante” veut revoir – la réforme du Sénat, des provinces, de la loi de financement … – sont des circonstances aggravantes. Il ne s’agit pas ici d’une petite modification de la Constitution mais bien d’une modification qui touche aux fondements même de l’Etat de droit belge.
De plus, cette violation de la Constitution est inutile, étant donné que les partis nationalistes « flamands » continuent de croître dans les sondages. La réforme de l’Etat n’apporte donc pas la pacification communautaire souhaitée mais dédouane l’idéologie de la droite radicale.
Le B.U.B. prie avec insistance les partis GROEN et ECOLO ainsi que leurs membres de cesser immédiatement les activités anticonstitutionnelles auxquelles ils prennent part et de donner une réponse positive au B.U.B. dans les huit jours. Au cas où il n’y aurait pas de réponse ou une réponse négative de la part de leurs instances compétentes, notre parti envisagera d’entamer une procédure au civil et au pénal contre ces deux partis et leurs membres afin de protéger l’Etat de droit et les droits politiques des citoyens belges.
Ce n’est évidemment pas notre souhait parce que les partis Ecolo et Groen, bien que créés séparément, ont montré à un certain attachement à l’unité de la Belgique en formant une fraction parlementaire commune à la Chambre des représentants et au Sénat. Cet attachement à la nation nous semble pourtant une raison supplémentaire pour ne pas violer la constitution belge, d’autant plus que ces partis, qui sont financés par le contribuable belge, ne font pas partie du gouvernement actuel et disposent donc actuellement d’une plus grande liberté de décision.
