Beaucoup de politiciens évoquent la piste du “confédéralisme” quand il parlent du futur de la Belgique. Malheureusement ils ne donnent pas de définition, ce qui est pourtant le moindre que l’on puisse attendre de ces “dirigeants” politiques.
Quelles sont les caractéristiques du confédéralisme ?
1) Une confédération résulte d’un traité international conclu par deux ou plusieurs Etats souverains. Ces Etats mettent en commun quelques compétences. Les Etats décident eux-mêmes de quelles compétences il s’agit. Une confédération n’est donc PAS un Etat.
2) Vu qu’il s’agit d’Etats souverains, voire indépendants, une confédération belge ne peut être mise en œuvre sans un séparatisme précédent. Après les Etats indépendants (p. ex. La « Flandre », la « Wallonie », …) concluent un traité qui forme la base d’une confédération. Une confédération ne connait donc pas une Constitution.
3) A cause que chaque Etat-Membre de la confédération est une entité indépendante, chaque Etat constitutif possède d’un droit de sécession unilatéral, tout comme un droit de véto en ce qui concerne les matières communes.
4) Les citoyens n’ont pas de rapport direct avec la confédération : ils n’ont pas la nationalité de la confédération (il n’y aura donc plus de Belges) et ne votent pas pour la confédération qui est une réalité inter étatique et intergouvernementale. Le parlement belge sera donc remplacé par une assemblée confédérale qui est élue par les parlements des Etats constitutifs (= getrapt kiessysteem zoals in de 18de eeuw en tevoren ; te vertalen). Il va de soi que dans un tel système tout est négocié : la solidarité, la confédération et l’intérêt général. Chaque Etat constitutif a la possibilité d’exercer le chantage (p. ex. en menaçant d’arrêter la solidarité avec l’Etat-Membre plus pauvre ne satisfait pas ses exigences politiques).
5) La confédération n’a que des compétences très limitées (comme la défense ou la monnaie et une union économique).
CONCLUSION : Le confédéralisme n’est pas une forme poussé du fédéralisme, mais est un système politique post-séparatiste (du moins dans le contexte belge, d’autres confédérations surgissent des Etats indépendants, comme en Suisse ou en Allemagne). Aucun système confédéraliste a survécu lui-même. Ou bien les Etats-Membres se sont séparés, ou bien la confédération est évolué vers le fédéralisme ou un Etat unitaire. Le fait qu’il y a à l’heure aucun système confédéral existe sur le plan étatique (l’ONU p. ex. est une exception) démontre l’instabilité de ce système.
WAT BETEKENT CONFEDERALISME?
Vele politici hebben het over “confederalisme” wanneer ze de toekomst van België bespreken. Spijtig genoeg laten ze na een definitie te geven, wat nochtans het minste is wat men van de politieke “leiders” zou kunnen verwachten.
Welk nu zijn de kenmerken van het confederalisme?
1) Confederalisme vloeit voort uit een internationaalrechtelijk verdrag, afgesloten tussen twee of meerdere soevereine staten. Deze staten beheren gezamenlijk enkele bevoegdheden. De staten beslissen zelf om welke bevoegdheden het gaat. Een confederatie is derhalve geen staat. Het is dus nonsens om van een confederale staat te spreken want het systeem veronderstelt een voorafgaandelijke splitsing van de entiteiten van de confederatie. Professor Francis Delpérée (CDH) zie het: “le confédéralisme est le fédéralisme des cons”. Aangezien het gaat over een contract tussen onafhankelijke staten kan het Belgisch confederalisme allee maar bereikt worden via separatisme. Vervolgens sluiten de onafhankelijke staten (bijvoorbeeld “Vlaanderen” en “Wallonië” een verdrag. Een confederatie heeft dus geen grondwet.
2) Daar het om onafhankelijke staten gaat, kan een Belgische confederatie niet zonder voorafgaand separatisme tot stand komen. Daarna sluiten onafhankelijke staten (bijv. « Vlaanderen » en « Wallonië ») een verdrag af dat de basis vormt van een confederatie. Een confederatie kent dus geen Grondwet.
3) Daar elke lidstaat van de confederatie een onafhankelijke entiteit is, beschikt elke lidstaat over een eenzijdig secessie- en vetorecht over wat de gemeenschappelijke aangelegenheden betreft.
4) De burgers hebben geen directe band met de confederatie : ze beschikken niet over het burgerschap van de confederatie (er zouden dus geen Belgen meer zijn) en brengen geen stem meer uit voor de confederatie die een tussenstatelijke et intergouvernementele werkelijkheid is. Het Belgisch parlement zou dus vervangen worden door een confederale assemblee die verkozen zou worden door de lidstaten (= getrapt kiessysteem zoals in de 18de eeuw en tevoren). Het spreekt voor zich dat in zulk een systeem alles onderhandeld wordt: solidariteit, de confederatie en het algemeen belang. Op het confederaal niveau bestaat geen democratie. Elke lidstaat beschikt over de mogelijkheid om chantage uit te oefenen (bv. door te dreigen de solidariteit met de armere lidstaat op te zeggen indien deze niet meer tegemoetkomt aan zijn politieke eisen).
5) De confederatie heeft slechts enkele zeer beperkte bevoegdheden (zoals defensie, de munt of een economische unie).
Het confederalisme is dus geen doorgedreven vorm van federalisme, maar is een post-separatistisch systeem (tenminste in Belgische context; andere confederaties komen voort uit onafhankelijke staten, zoals Zwitserland of Duitsland). Geen enkel confederalistisch systeem heeft zichzelf overleefd. Ofwel zijn de lidstaten uit mekaar gegaan (bijv. de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie), ofwel evolueerde de confederatie naar een federale staat (bijv. de Verenigde Staten) of een federatie (bijv. de Europese Unie) of naar een unitaire staat (bijv. Italië). Het feit dat er vandaag uitgenomen de internationale organisaties geen enkele confederatie bestaat toont de instabiliteit van dit systeem aan.