NEFASTE STAATSHERVORMING
In een tekst van 19 februari 2013 hebben we reeds alle federale bevoegdheden die in het kader van de zesde staatshervorming zullen gesplitst worden opgesomd. De lijst is lang. Even een algemeen overzicht.
Op 11 oktober 2011 werd na bijna anderhalf jaar geheime onderhandelingen een politiek akkoord gesloten over de zesde “staatshervorming”. Dat akkoord bevat vier luiken: de splitsing van BHV, politieke vernieuwing (voornamelijk de quasi-afschaffing van de Senaat), een nieuwe financieringswet en bevoegdheidsoverdrachten voor iets minder dan 17 miljard euro.
Over de splitsingen van bevoegdheden wordt niet veel verteld in de media. Meestal vermeldt men de arbeidsmarkt, gezondheidszorgen en een deel van mobiliteit. In werkelijkheid gaat het echter om veel meer.
Meer algemeen kunnen we zeggen dat er inzake volgende beleidsdomeinen bevoegdheden worden overgedragen van het federale niveau naar de gemeenschappen en de gewesten: de arbeidsmarkt, de gezondheidszorgen en het gezinsbeleid, mobiliteit, justitie, economie en industrie, lokaal bestuur, binnenlandse zaken, federale instellingen en residuaire federale bevoegdheden.
Net als bij de vorige “staatshervormingen” is dit akkoord het resultaat van een politieke koehandel. Aan het akkoord gingen verschillende nota’s vooraf (1). Dat is ook te merken aan het eindresultaat, dat nergens een coherente visie vertoont, buiten het feit dat het een lukraak schieten op de federale staat betreft …
Ondanks de gebrekkige media-aandacht wijdde La Libre Belgique van 28 januari tot 1 februari 2013 een interessante reeks aan deze zesde staatshervorming waarbij de kritiek niet geschuwd werd. Eén van de belangrijke vragen die gesteld werden was de volgende (LLB, 28 januari 2013, p. 6): “Buiten de relatieve en tijdelijke politieke stabilisering van het land, wat zal uiteindelijk het nut en de meerwaarde voor de burger zijn? Eigenlijk is dat de enige vraag die men zich zou mogen stellen.”
Dat is een zeer goede vraag waarop een duidelijk antwoord bestaat : het nut en de meerwaarde voor de burger van de zesde staatshervorming zijn onbestaande. En dat weten de politici ook. Bovendien is deze staatshervorming een nieuwe bedreiging voor ons land België, waarvan minstens 80% van de bevolking niet wil dat het verdwijnt. Deze staatshervorming is dan ook politieke waanzin en onverantwoord.
In volgende teksten gaan we in detail in op de materies die zouden gesplitst worden.
(1) De nota van de preformateur Di Rupo (3 september 2010); de nota van de koninklijke verduidelijker De Wever (17 oktober 2010); de nota van de koninklijke bemiddelaar Vande Lanotte (5 januari 2011); de nota van bemiddelaar Beke (13 mei 2011); de nota van formateur Di Rupo (5 juli 2011).
REFORME DE L’ETAT NEFASTE
Dans un texte du 19 février 2013, nous avons déjà énuméré toutes les compétences fédérales qui seront scindées dans le cadre de la sixième réforme de l’Etat. La liste est longue. Voici un aperçu général.
Le 11 octobre 2011, après près d’un an de négociations secrètes, un accord politique sur la sixième « réforme » de l’État fut conclu. Cet accord consiste en quatre parties: la scission de BHV, le renouvellement politique (principalement la quasi-abolition du Sénat), une nouvelle loi de financement et des transferts de compétences pour un peu moins de 17 milliards d’euros. Dans les médias, on a à peine évoqué les scissions de compétences. Généralement, on y mentionne les soins de santé, le marché du travail et une partie de la mobilité. En réalité, il s’agit de beaucoup plus.
Globalement, on peut dire que dans les domaines suivants des compétences seront transférées du niveau fédéral vers les communautés et les régions: le marché du travail, les soins de santé et la politique familiale, la mobilité, la justice, l’économie et l’industrie, les pouvoirs locaux, les affaires intérieures, les institutions fédérales et les pouvoirs fédéraux résiduels.
Comme pour la « réforme » de l’Etat précédente, cet accord est le résultat d’un marchandage politique. Plusieurs notes ont précédé l’accord (1). Cela se reflète également dans le résultat final, qui ne montre nulle part une vision cohérente, sauf dans le fait qu’il s’agisse d’une attaque en règle contre l’Etat fédéral …
Malgré le manque d’attention des médias, La Libre Belgique a consacré du 28 janvier jusqu’au 1 février 2013 une série intéressante à cette sixième réforme de l’Etat. Le journal n’a pas évité la critique. Une des questions importantes posées était la suivante (LLB 28 janvier 2013, p 6.): “Par-delà la stabilisation politique du pays, même relative, voire temporaire, que sera finalement ici le service au citoyen, la plus-value pour le citoyen ? C’est sans doute la seule question qui devrait valoir.”
Voilà une très bonne question à laquelle il y a une réponse claire: l’utilité et la valeur ajoutée pour les citoyens de la sixième réforme de l’Etat sont égales à zéro. Et les politiciens le savent aussi. En outre, cette réforme de l’Etat est une nouvelle menace pour notre pays, la Belgique, dont au moins 80% des citoyens ne veulent pas qu’il disparaisse. Cette réforme de l’Etat est une folie politique et témoigne d’une irresponsabilité évidente.
Dans des textes futurs, nous examinerons de façon détaillée les compétences qui seraient scindées.
(1) La note du préformateur Di Rupo (3 septembre 2010); la note du clarificateur royal De Wever (17 octobre 2010); la note du médiateur royal Vande Lanotte (5 janvier 2011); la note du médiateur Beke (13 mai 2011); la note du formateur Di Rupo (5 juillet 2011).
