VLAAMS-NATIONALISTEN CENSUREREN OPNIEUW DE FRANSE TAAL
Het zogenaamde “Vlaams” parlement – een illegale en overbodige instelling – biedt momenteel onderdak aan een striptentoonstelling. Bedoeling is dat de bezoekers originele striptekeningen kunnen zien. Voor de flap van de brochure van de tentoonstelling – “De wereld van de strips in orginelen” – werd een originele zwart-witprent van de Brusselse tekenaar François Schuiten gebruikt. De bijhorende tekstballon was echter in het Frans, waarop Jan Peumans (N-VA), voorzitter van het “Vlaams” parlement, de tekstballon liet … censureren.
We waren al veel fratsen van de flaminganten gewoon, maar dit is ongezien. Stel je voor dat de voorzitter van de Duitse Bundestag Joodse opschriften zou censureren, omdat ze niet Duits zijn. Welk een storm van internationaal protest zou er – terecht – opstijgen. Maar op het territorium waar de zogezegde “Vlaamse” gemeenschap haar bevoegdheden uitoefent, zijn dergelijke maatregelen blijkbaar erg normaal.
Peumans doet zich graag voor als de “gematigde” Vlaams-nationalist en laat geen gelegenheid onbenut om te verklaren hoeveel hij van het zogenaamde “Wallonië” houdt. Door de gesubsidieerde pers wordt hij trouwens afgeschilderd als de meest gematigde N-VA’er. Dat zegt vooral veel over de andere leden van deze partij. Dat relatief positieve beeld weerhoudt hem er blijkbaar niet van om op een kunstentoonstelling de censuur in te voeren. Volgens de voorzitter van het gewestparlement hoort “Frans niet thuis in promotiemateriaal voor een striptentoonstelling in het “Vlaams” parlement”. Verder voegde hij eraan toe: “De “Vlaamse” regering betaalt zowel Hoet als Vandenbossche 10.000 euro om curator te spelen, dan is het toch niet te veel gevraagd om een prent zonder Franse tekstballon te kiezen?”
Het geval doet denken aan de boekverbranding van de nazi’s op 10 mei 1933 (iets meer dan 80 jaar geleden) in Berlijn enkele maanden na de machtsovername van Adolf Hitler als rijkskanselier. Alle zogezegd “on-Duitse” boeken van linkse, joodse en avant-gardistische auteurs werden op een plein op een hoop gegooid en publiekelijk verbrand. Het moest duidelijk zijn dat andersdenkenden geen plaats meer hadden in de Duitse samenleving. Nu ook geeft Vlaams-nationalist Peumans het gelijkaardig signaal dat Franstaligen geen plaats in de “Vlaamse” samenleving hebben. Het is schrijnend.
Deze uitlatingen bieden veel inzicht in het maatschappijbeeld van de “Vlaams”-nationalisten. Wie geld en macht heeft, bepaalt, volgens de flaminganten, wat wel of niet mag getoond worden, net zoals in totalitaire staten. Kunst wordt enkel beoordeeld op haar “Vlaams” karakter, niet op haar intrinsieke waarde. Kunst die niet “volkseigen” is, is ongepast. Taal is het enige criterium om te bepalen wie tot een “natie” behoort, ook al wordt de tentoonstelling gehouden in een stad waar er slechts 10% Nederlandstaligen zijn. In de “Vlaams”-nationale audiovisuele media werd er gewoonheidsgetrouw nauwelijk aandacht aan deze nieuwe flamingantische ontsporing besteed, hoewel de tentoonstelling zelf wél uitvoerig belicht werd.
De discriminerende en taalracistische flamingantische maatregelen stapelen zich op tot het absurde toe. Maar misschien willen ze gewoon de “Vlaams”-nationale zaak belachelijk maken? In dat geval moeten ze vooral zo verder doen.
LES NATIONALISTES « FLAMANDS » CENSURENT A NOUVEAU LA LANGUE FRANCAISE
Le soi-disant parlement “flamand” – une institution illégale et inutile – accueille actuellement une exposition de bandes dessinées. Le but est que les visiteurs puissent voir des dessins originaux. La couverture de la brochure de l’exposition – “Le monde de la BD en planches originales” – est illustrée par une impression en noir et blanc de l’artiste bruxellois François Schuiten. Cependant, la bulle présente sur celle-ci était en français, ce qui fit réagir Jan Peumans (N-VA), président du parlement “flamand”, en … censurant le phylactère.
Nous étions déjà habitués aux singeries flamingantes, mais ceci est sans précédent. Imaginez que le président du Bundestag allemand censure des inscriptions juives parce qu’elles ne sont pas écrites en allemand. Cela déclencherait – à juste titre – une tempête de protestations internationale. Mais sur le territoire où la soi-disant communauté “flamande” exerce ses pouvoirs, de telles mesures sont apparemment tout à fait normales.
Peumans aime se présenter comme un nationaliste flamand «modéré» et saisit toutes les occasions pour expliquer combien il aime la soi-disant “Wallonie”. La presse subventionnée le dépeint comme le plus modéré des membres de la N-VA. Cela en dit surtout beaucoup sur les autres membres de ce parti. Apparemment, l’image relativement positive dont il jouit ne l’empêche pas de recourir à la censure lors d’une exposition artistique. Selon le président du parlement régional, le “français” ne peut apparaître sur du matériel promotionnel destiné à une exposition de bandes dessinées au « parlement flamand ». Il ajouta: «Le gouvernement» flamand paie à la fois Hoet et Vandenbossche 10.000 € pour organiser l’exposition, est-ce alors trop demander de ne pas choisir une image sans bulle en français? “
En réaction à cet acte de censure, un autre dessinateur belge, Kamagurka, a décidé de retirer son œuvre de l’exposition. Il a clairement fait comprendre via Twitter qu’il en avait marre de la mesquinerie des flamingants.
L’affaire n’est pas sans rappeler la mise à feu (ou l’autodafé) de livres par les nazis le 10 mai 1933 (il y a un peu plus de 80 ans) à Berlin quelques mois après la prise de pouvoir d’Adolf Hitler comme chancelier. Tous les livres soi-disant «anti-allemands» des auteurs de gauche, juifs et d’avant-garde ont été empilés et brûlés publiquement. Il devait être rendu clair que les dissidents n’avaient pas leur place dans la société allemande. Maintenant aussi Peumans donne le signal similaire que les Francophones n’ont pas leur place dans la société “flamande”. C’est affligeant.
Ces déclarations en disent long sur la vision sociétale des nationalistes « flamands ». Qui a de l’argent et du pouvoir, détermine, selon les flamingants, ce qui peut ou ne peut pas être affiché tout comme dans les États totalitaires. L’art est jugé uniquement sur son caractère “flamand” et non sur sa valeur intrinsèque. L’art qui ne vient pas du “propre peuple” est inapproprié. La langue constitue l’unique critère pour déterminer qui appartient à la «nation», même si l’exposition est tenue dans une ville où seulement 10% des gens sont néerlandophones. Comme à l’accoutumé, l’attention accordée à ce nouveau dérapage flamingant dans les médias audiovisuels flamingants fut bien maigre, même si l’exposition elle-même était couverte en détail.
Les mesures linguistiques discriminatoires et racistes des flamingants s’accumulent. Mais peut-être qu’ils veulent seulement ridiculiser la cause “flamingante” ? Dans ce cas, ils pourront continuer sur le même chemin.
