PARTICRATIE BEDIENT ZICHZELF
De B.U.B. vernam op 24 augustus 2013 via de media dat de particratie zich opnieuw 8,1 miljoen euro van de staatskas toe-eigent. De particratie ontkende dit nieuws de volgende dag zeggende dat het om een verschuiving van de financiering naar de Kamer gaat. Maar wie zal de waarheid zeggen? Het systeem van partijfinanciering is allerminst transparant. En wanneer zullen deze privé-clubs ophouden zich te verrijken op de kap van de Belgische belastingbetaler?
In volle vakantie en in crisistijd hebben de politieke partijen van de particratie beslist zichzelf via de nieuwe wet op de partijfinanciering 8,1 miljoen euro per jaar extra uit te betalen zodat volgens professor Bart Maddens van de KULeuven de totale partijsubsidies stijgen naar 65 miljoen euro per jaar. Diezelfde partijen verantwoorden deze bruuske aanpassing door de quasi-afschaffing van de Senaat die een besparing 11,5 miljoen euro zou opbrengen bestaande uit een deel werkingskosten en het (volledige?) wegvallen van de som van 10 miljoen euro per jaar die de senaat jaarlijks aan partijsubsidies toekent.
Deze zoveelste zelfbediening van de particratie is schandalig om de volgende 10 redenen:
1) De politieke partijen worden niet in de Belgische grondwet vermeld; het zijn privé-organisaties die normaal gezien voor hun eigen inkomsten zouden moeten kunnen instaan (bijvoorbeeld d.m.v. lidgelden); bovendien zijn ze rechter en partij omdat ze zelf en niet bijvoorbeeld het Rekenhof over hun financiering beslissen;
2) Die 65 miljoen euro subsidies per jaar worden enkel voor partijpropaganda gebruikt en niet voor een beter bestuur van de staat; wie heeft er echter belang bij een zoveelste brochure van een partij van de particratie? Wat is de winst voor de burger? Dit is een pure verkwisting;
3) De quasi-afschaffing van de Senaat is een valse besparing aangezien de Senaat een nuttige instelling is, die bovendien op een ongrondwettelijke wijze word afgeschaft (zie onze tekst hierover). Het zijn daarentegen de parlementen en de regeringen van de nutteloze gewesten en gemeenschappen die zouden moeten afgeschaft worden en meer algemeen het hele federale systeem zodat er 10 miljard euro per jaar kan bespaard worden (zie onze tekst hierover); bovendien valt het op dat de partijvoorzitters deze quasi-afschaffing al in 2011 hebben beslist vóór er enig parlementair debat is geweest ! Besturen de partijvoorzitters dan ons land? Waartoe dient dan nog het Parlement?
4) Diezelfde particratie klaagt de hele tijd over de kost van het koningshuis terwijl de Koning wel duidelijk in de grondwet staat ingeschreven; bovendien kost het koningshuis slechts 12 miljoen euro per jaar en doet het veel nuttiger werk voor België dan de particratie;
5) De particratie wordt al gefinancierd via lid- en steungelden alsook via een deel van de vergoedingen van hun mandatarissen, die een deel van hun wedde aan de partij moeten afstaan; er is dus geen nood aan een zo massale bijkomende overheidsfinanciering;
6) Men kan moeilijk zeggen dat de particratie goed werk levert: de economische crisis raakt moeilijk opgelost en wordt verergerd door een institutionele crisis die zelfs het bestaan zelf van België ondermijnt; bovendien is er geen enkel beleidsdomein waarin de particratie – ondanks het feit dat ze over 60 ministers en 600 parlementsleden (!) beschikt – echt uitstekend werk verricht: toerisme wordt verwaarloosd, de treinen en spoorlijnen zijn sterk verouderd, de wegen en hun infrastructuur zijn dikwijls in slechte staat, de gemeenten zijn bijna failliet, de sociale zekerheid wordt alleen dankzij hoge belastingen in stand gehouden, justitie werkt traag en gebrekkig, het gevangenispersoneel is onderbemand, het onderwijs is ouderwets en onaangepast aan het moderne leven, de ruimtelijke ordering is een zootje door het grote aantal regels die dan nog eens per gewest verschillen, de belastingen zijn erg hoog, bepaalde politici en partijen waren en zijn betrokken in corruptieschandalen, enzovoort ! Het is zoals duur betalen voor heel slechte dokters;
7) Controle op de partijfinanciering is er niets of nauwelijks, wat al tot kritiek van de Europese Raad heeft geleid; ook hier valt het op dat de particratie zichzelf niet dezelfde regels oplegt als ze aan de burgers oplegt; Wouter Beke, de voorzitter van de CD&V, een partij van de particratie, merkte cynisch op dat deze verhoging van de partijsubsidies de transparantie juist in de hand werkt “aangezien het personeel van de senaat dat met het nu “bespaarde” geld betaald werd “toch al voor de partijen werkte” (De Standaard, 24.08.2013); is dat geen publieke erkenning van misbruik van belastinggelden?
8) De particratie beheerst al de meeste media ofwel omdat het “openbare” media zijn (VRT, RTBF) en zij de raden van bestuur van die media bevolkt ofwel omdat zij werkt met een systeem van subsidies dat ervoor zorgt dat de journalisten hen niet te hard aanpakken en vervelende vragen vermijden. Wat is dan nog de reden om over extra geld te beschikken. Zit de schrik er zo erg in?
9) Hoeveel zal de zesde “staatshervorming” (lees: staatsafbraak) kosten? We weten dat het federalisme al een schandalige 10 miljard euro per jaar kost. Maar hoeveel zal daar nu nog bijkomen gelet op het feit dat er weer méér ministers zullen komen, meer ministeries, meer agentschappen met al hun infrastructuur, gebouwen inbegrepen? Als de particratie dan toch 1,9 miljoen euro aan subsidies inboet, zoals ze beweert, wordt deze som dan niet ruimschoots gecompenseerd door de bijkomende kost van het federalisme? De voorzitter van Groen, een andere particraat, verklaarde immers aan het persagentschap Belga: “Alle voorbije staatshervormingen kenden een constante: de politieke partijen kwamen er beter uit.” Nu weten we weeral waarom de particratie die staatshervormingen zo belangrijk vindt…
10) Tenslotte vragen de regeringen extra financiële inspanningen van de burgers en de Koning in deze crisistijd; blijkbaar geldt dat niet voor de particratie zelf, wat ontstellend is.
In een persmededeling van 25 augustus 2013 hebben de partijen van de meerderheid elke verrijking ontkend en zeiden ze dat ze voortaan op federaal niveau enkel door de Kamer zullen gefinancierd worden. Het is moeilijk de juistheid van deze beweringen na te gaan aangezien het systeem te ondoorzichtig is. Bovendien, zelfs als er geen verhoging is, overstijgen de aan de particratie toegekende bedragen nog altijd de grenzen van de redelijkheid.
De B.U.B. pleit ervoor om deze maffieuze praktijken te stoppen. Het argument dat het vóór de partijfinancieringswet van 1989 nog slechter was houdt geen steek. Als men partijfinanciering van bedrijven vreest, kan men die blijven verbieden. Ook moet de controle van de overheidsuitgaven en de financiering van de particratie verscherpt worden om de corruptie tegen te gaan. Bovendien verdienen de partijen van de particratie dankzij hun bekendheid al genoeg aan ledengelden, giften van fysieke personen en mandaatgelden. Alle openbare partijfinanciering moet daarom afgeschaft worden, minstens moet de partijfinanciering met 80% teruggedrongen worden en gelijkmatig over alle partijen volgens hun stemmenaantal verdeeld worden. Zo zouden ook partijen die niet in één van de vele parlementen van België vertegenwoordigd zijn recht hebben op een beetje overheidssteun, wat ertoe zal bijdragen de democratie in België te herstellen.
België is inderdaad geen democratie meer. Het wordt tijd dat de kiezer dit beseft als hij morgen niet in een dictatuur wil wakker worden.
LA PARTICRATIE SE SERT ELLE-MEME
Le B.U.B. a appris le 24 août 2013 via les médias que la particratie s’approprie de nouveau 8,1 millions d’euros des caisses de l’Etat. La particratie a nié cette nouvelle le jour suivant soutenant qu’il s’agit d’un déplacement de son financement qui aura désormais lieu via le Sénat. Mais qui dira la vérité ? Le système du financement des partis politique est tout sauf transparent. Et quand ces clubs privés arrêteront-ils de s’enrichir sur le dos du contribuable belge ?
En période de vacances et en période de crise, les partis politiques de la particratie ont décidé de s’octroyer une somme de 8,1 millions d’euros via la nouvelle loi sur le financement des partis de sorte que, selon le professeur Bart Maddens de la KULeuven, le montant total des subsides aux partis atteigne la somme de 65 millions d’euros par an. Ces mêmes partis justifient cette brusque adaptation par la quasi-suppression du sénat, qui permettrait d’économiser 11,5 millions d’euros par an. Cette somme consiste en partie de frais de fonctionnement et de la disparition (totale ?) de la somme de 10 millions d’euros par an allouée aux partis par le Sénat.
Ce système de « libre-service » de la particratie est scandaleux pour les 10 raisons suivantes :
1) Les partis politiques ne sont pas mentionnés par la constitution ; ce sont des organisations privées qui devraient s’occuper en principe de leurs propres revenus (par ex. via les cotisations) ; en outre, ils sont juge et partie parce qu’ils décident eux-mêmes et non par exemple la cour des comptes sur leur financement ;
2) Ces 65 millions d’euros de subsides par an sont uniquement destinés à de la propagande politique et ne servent pas à une meilleure gestion du pays; qui a cependant intérêt à recevoir une énième brochure d’un parti de la particratie ? Quel est le gain pour le citoyen ? Ceci est un gaspillage pur;
3) La quasi-suppression du Sénat est une fausse économie puisque le Sénat est une institution utile, que l’on supprime d’ailleurs de façon anticonstitutionnelle (voir notre texte là-dessus). Ce sont en revanche les parlements et les gouvernements des régions et communautés inutiles qui devraient être supprimés et plus généralement tout le système fédéral pour que l’on puisse économiser 10 milliards d’euros (voir notre texte là-dessus) ; en outre, il convient de préciser que les présidents de parti ont déjà proclamé cette quasi-suppression du sénat en 2011 avant le moindre débat parlementaire à ce sujet ! Est-ce les présidents de partis qui gouvernent la Belgique ? A quoi sert le Parlement encore ?
4) Cette même particratie se plaint tout le temps du coût de la maison royale tandis que le Roi est bel et bien inscrit dans la constitution ; en outre, la maison royale ne coûte que 12 millions d’euros par an et réalise un travail bien plus utile pour la Belgique que la particratie ;
5) La particratie est déjà financée par les cotisations et dons ainsi que par une partie des rémunérations de leurs mandataires, qui doivent céder une partie de leurs émoluments au parti ; il n’y a donc pas de nécessité de prévoir un financement public si massif ;
6) On peut difficilement soutenir que la particratie gère bien le pays : on n’arrive pas à se débarrasser de la crise économique est se trouve aggravée par une crise institutionnelle qui menace l’existence même de la Belgique ; en outre, il n’y a aucune matière qui est géré de façon exemplaire par la particratie – malgré les 60 ministres et les 600 parlementaires qui sont à sa disposition ( !) : le tourisme est délaissé, les trains et les rails sont vétustes, les routes et leur infrastructure sont souvent en mauvais état, les communes sont presque en faillite, la sécurité sociale n’est maintenue que grâce à des impôts élevés, la justice fonctionne lentement et inefficacement, le personnel des prisons est en sous-nombre, l’enseignement est obsolète et inadapté à la vie moderne, l’aménagement du territoire est un gâchis par le grand nombre de règles qui diffèrent en outre par région, les impôts sont très élevés, certains partis politiques étaient et sont impliqués dans des scandales de corruption, etcetera ! C’est comme payer cher pour de mauvais médecins ;
7) Le contrôle sur le financement des partis est quasiment inexistant, ce qui a déjà donné lieu à des critiques du conseil européen ; ici également il saute aux yeux que la particratie ne s’impose pas les mêmes règles qu’elle impose aux citoyens ; Wouter Beke, le président du CD&V, un parti de la particratie, remarqua de façon cynique que cette augmentation des subsides aux partis améliore la transparence « puisque le personnel du sénat qui était rémunéré par l’argent économisé travaillait de toute façon déjà pour les partis » ; n’est-ce pas une reconnaissance publique de détournement de fonds publics ?
8) La particratie maîtrise déjà la plupart des médias soit parce qu’ils sont « publics » (RTBF, VRT) et que leurs conseils d’administrations sont peuplées par des représentants de la particratie, soit parce qu’elle travaille avec un système de subsides qui fait en sorte que les journalistes ne les attaquent pas trop fort et évitent de poser des questions délicates. Quelle est alors encore l’intérêt de disposer de fonds supplémentaires ? La particratie a-t-elle tellement peur ?
9) Combien la 6ième “réforme” (lisez: destruction) de l’Etat coûtera-t-elle. Nous savons déjà que le fédéralisme coûte la somme scandaleuse de 10 milliards d’euros par an. Mais combien s’y ajoutera-t-il sachant qu’il y aura encore plus de ministres, plus de ministères, plus d’agences de tout genre avec toute leur infrastructure, les bâtiments y compris ? Si la particratie perd 1,9 millions d’euros de subsides, comme elle le prétend, cette somme ne sera-t-elle pas largement compensée par le coût supplémentaire du fédéralisme ? A cet égard, le président de Groen, encore un particrate, a déclaré à l’agence de presse Belga: “Toutes les réformes de l’Etat du passé connaissent une constante: les partis politiques en sont sortis gagnants ». Ainsi, on comprend de nouveau pourquoi cette particratie trouve les réformes de l’Etat tellement importantes…
10) Enfin, les gouvernements demandent des efforts financiers supplémentaires des citoyens et du Roi en cette période de crise ; apparemment, cela ne vaut pas pour la particratie elle-même, ce qui est consternant.
Dans un communiqué de presse du 25 août 2013, les partis politiques de la majorité ont nié tout enrichissement en disant qu’ils seront désormais uniquement subsidiés par la Chambre au niveau fédéral et qu’il fallait bien compenser la perte par la quasi-suppression du Sénat. Il est difficile de vérifier l’exactitude de ces affirmations tout simplement parce que le système est trop opaque. De plus, même s’il n’y a pas d’augmentation, les montants alloués à la particratie dépassent toujours les bornes du raisonnable.
Le B.U.B. propose l’arrêt de ces pratiques maffieuses. L’argument selon lequel la situation était encore pire avant la loi de financement des partis de 1989 ne tient pas la route. Si l’on redoute le financement des partis par les entreprises, il suffit de maintenir l’interdiction de ce genre de financement. Aussi faut-il renforcer le contrôle des dépenses publiques et du financement des partis de la particratie pour combattre la corruption. Qui plus est, vu leur notoriété, les partis de la particratie reçoivent déjà suffisamment d’argent grâce aux cotisations, aux dons de personnes physiques et rétrocessions des mandataires. Pour cette raison, il faut supprimer tout financement public des partis politiques ou à tout le moins réduire ce financement de 80% et le distribuer de façon égale entre tous les partis selon leur nombre de voix. Ainsi, aussi les partis qui ne sont pas représentés dans l’un des nombreux parlements de la Belgique auront droit à quelques subsides, ce qui aidera à rétablir la démocratie en Belgique.
La Belgique n’est en effet plus une démocratie. Il est temps que l’électeur s’en rende compte s’il ne veut pas se réveiller demain dans une dictature.
