TRANSFERS WEER GERELATIVEERD
Op vraag van het Vlaams parlement hebben verschillende Belgische universiteitsprofessoren een nieuwe studie uitgevoerd over de methode om de transfers van Noord- naar Zuid-België te berekenen. Aangezien deze studie niet gunstig is voor het gangbare Vlaams-nationale discours wordt hier angstvallig over gezwegen.
De professoren kwamen o.a. tot de bevinding dat de gebruikte criteria (bijv. de ligging van de maatschappelijke zetel van een onderneming) niet adequaat zijn in de berekening omdat bedrijven zeer dikwijls actief zijn in héél België en niet alleen in één gewest. Hun inkomsten en dus ook belastingen zijn niet Vlaams, Waals of Brussels, maar Belgisch. De B.U.B. had deze opmerking al enkele jaren geleden gemaakt en had eraan toegevoegd dat men ook dient rekening te houden met het terugverdieneffect: de uitgaven van de Zuid-Belgen met het geld van de transfers in het voordeel van de Noord-Belgische economie (verblijf aan de Belgische kust, investeringen in Belgische bedrijven, bijv. op vlak van immobiliën).
De transfers zouden op basis van deze studie nog maar 2 miljard euro per jaar bedragen, exact het cijfer dat de B.U.B. in een eerdere studie van haar studiebureau Unitas voorop had gesteld.
UNE NOUVELLE ETUDE RELATIVISE DE NOUVEAU LES TRANSFERTS
A la demande du parlement flamand, différents professeurs d’université belges ont réalisé une nouvelle étude sur la méthode de calcul des transferts du Nord de la Belgique vers le Sud. Comme cette étude n’est pas favorable au discours dominant des nationalistes flamands, elle est passé inaperçue.
Les professeurs sont notamment arrivés à la conclusion que les critères utilisés (p. ex. la situation géographique du siège social d’une entreprise) ne sont pas adéquats dans le calcul car, souvent, les entreprises sont actives dans toute la Belgique et non seulement dans une région. Leur revenus et donc leurs impôts ne sont pas flamands, wallons ou bruxellois, mais belges. Le B.U.B. avait déjà soulevé cette observation il y a quelques années et y avait ajouté que l’on doit également tenir compte de l’effet compensatoire : les dépenses des ménages du Sud de la Belgique au moyen des transferts au profit de l’économie du Nord (séjour à la côte belge, investissements dans les entreprises belges, par exemple au niveau de l’immobilier).
Dans le cadre de cette nouvelle étude, les transferts ne s’élèveraient qu’à 2 milliards d’euros par an, exactement le chiffre que le B.U.B. avait avancé dans une étude antérieure de son bureau d’étude Unitas.
