DUBBELZINNIGE SPIJT VAN BART DE WEVER – REGRETS AMBIGUS DE BART DE WEVER

"Duitsland moet de oorlog winnen" (bron: De Nationaalsocialist, weekblad van het flamingantische VNV dat tijdens de oorlog collaboreerde) - "l'Allemagne doit gagner la guerre" (source: de Nationaalsocialist, hebdomadaire du VNV flamingant qui collaborait pendant la guerre)
“Duitsland moet de oorlog winnen” (bron: De Nationaalsocialist, weekblad van het flamingantische VNV dat tijdens de oorlog collaboreerde) – “l’Allemagne doit gagner la guerre” (source: de Nationaalsocialist, hebdomadaire du VNV flamingant qui collaborait pendant la guerre)

SCHUCHTERE VEROORDELING VAN DE COLLABORATIE

Op een herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers van de Holocaust te Antwerpen d.d. 6 mei 2015, 70 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, sprak Bart De Wever (N-VA), burgemeester van de stad, in persoonlijke naam over de collaboratie die hij “op alle vlakken” fout vond. Sommige media, zoals De Morgen, noemden hem nadien een “groot politicus”. Daar is natuurlijk niets van aan. Het is alsof de Duitse bondskanselier Merkel zich pas nu zou excuseren voor de Tweede Wereldoorlog na er 70 jaar over nagedacht te hebben… en dat alles in eigen naam. De Wever sprak geen excuses uit in naam van zijn controversiële beweging.

De Wever stelde met name dat hij  het verleden recht in de ogen wou kijken: “deze collaboratie was een vreselijke fout op alle vlakken. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis die het Vlaams-nationalisme onder ogen moet zien en die het nooit mag vergeten“.

Ongetwijfeld was deze uitspraak moedig (of roekeloos?) gelet op de (familie)banden van een groot deel van zijn achterban met vroegere collaborateurs. Nochtans zijn de uitspraken anekdotisch gelet op hun volstrekt persoonlijk karakter. Bovendien zei hij zelfs niets nieuws. Al op 19 oktober 2014 verklaarde De Wever aan de VRT : « Voor de zoveelste maal, de collaboratie was een fout». «Dat een groot deel van de Vlaamse beweging, waarvan ik een erfgenaam ben, zich aan de verkeerde zijde bevnd, is een zwarte bladzijde in zijn geschedenis ». Ook in 2006 noemde hij in het weekblad Knack de collaboratie  “totaal verkeerd. Principieel én strategisch.”

Nochtans is het één van de weinige keren dat een flamingantische politicus de collaboratie in vraag stelt. Dit maakt het feit interessant zonder meer. Wel bood op de Ijzerbedevaart in 2000 de toenmalige voorzitter van het Ijzerbedevaartcomité, Frans-Jos Verdoodt, excuses voor de collaboratie aan. Maar dat deed De Wever nu niet. Hij uitte alleen spijt en zelfs die spijt is niet ondubbelzinnig. Het is ook opmerkelijk dat De Wever de collaboratie weliswaar “fout” noemde, maar in alle talen zweeg over het misdadige karakter ervan. Wat de individuele collaborateurs betreft is er, zo De Wever « vooral veel grijs ». Daarom weigerde hij die te veroordelen (VRT, 5 mai 2015).

De Eerste Wereldoorlog ontweken  

De voorzitter van de N-VA had het enkel over de collaboratie van de ‘Vlaams’-nationalisten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij sprak (bewust of onbewust) niet over de collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Was die dan wel goed? In het huis van Bart De Wever hangt een originele affiche van de “onafhankelijkheidsverklaring” van de “Raad van Vlaanderen” in 1917. Dat was een Duits marionettenparlement waarin de meest extreme krachten van de wreedaardige bezetter (het leger en de vloot) infiltreerden. Zonder collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog – toen het ‘Vlaams’-nationalisme door de Duitse bezetter in het kader van de ‘Flamenpolitik’ gesticht werd – was er nooit een tweede en nog grootschaligere collaboratie geweest. Het feit dat het Vlaams-nationalisme ontvankelijk werd voor het fascisme moet daar gezocht werden. Specialist ter zake Lode Wils verwoordde het zo: ““Niet alleen hun werk [van de Vlaams-nationalistische collaborateurs tijdens Wereldoorlog I], maar hun leven hing af van een Duitse overwinning en een vernietiging van België. […] De ware haat tegen België, die groeide uit hun machteloosheid, vond zijn parallel in een absolute afwijzing van de volkswil, van de democratie. Het Vlaams-nationalisme is niet pas rond 1930, onder invloed van het fascisme tot een anti-democratische houding gekomen, maar al in zijn ontstaan zelf tijdens de oorlog” (L. WILS, Onverfranst, Onverduitst? Flamenpolitik, activisme, frontbeweging, Kalmthout, 2014, pp. 268-274).

Een tactische fout

Wat dan met die “zwarte bladzijde”, die vreselijke fout op “alle vlakken”? Dat de collaboratie op tactisch vlak een fout was voor de ‘Vlaams’-nationalisten lijkt duidelijk: nog steeds worden door de tegenstanders de banden van de ‘Vlaamse’ beweging met fascistische of zelfs nazistische bewegingen aangehaald.Verschillende ‘Vlaams’-nationalisten dwepen zelfs nog openlijk met een fascistische ideologie (zie de citaten hieronder).

Aan zijn achterban kan De Wever zijn uitspraak nu binnenskamers uitleggen als zou de collaboratie met de nazi’s vooral een tactische fout maar geen morele fout geweest zijn. Men krijgt dan de indruk dat de ‘Vlaams’-nationalisten vinden dat collaboratie met een vreemde mogendheid – hoe gruwelijk die zich ook gedraagt – toegelaten is indien die het Vlaams-nationalisme dient.

Wat zou De Wever immers gezegd hebben als nazi-Duitsland de oorlog had gewonnen? Zouden de flaminganten dan niet gezegd hebben dat de collaboratie de beste beslissing was die ze ooit genomen hadden (tenminste in de eerder onwaarschijnlijke veronderstelling dat de nazi’s hen een ‘Vlaamse’ operetterepubliekje zouden gegund hebben) ? De flaminganten hebben verkeerd gegokt en verloren.

De invloedrijke ‘Vlaams’-nationalistische publicist Mark Grammens verwoordde het op een huldezitting in Antwerpen op 27 november 2013 zo: “Collaboratie van Vlaams-nationalisten met de buitenlandse vijanden van de Belgische staat is […] niet fout, maar de natuurlijke en meest vanzelfsprekende zaak ter wereld. Collaboreerden Vlaams-nationalisten niet met de vijanden van België, dan zouden zij aan hun plicht tekortkomen”. Aan dezelfde Grammens ontlenen we ook de volgende uitspraak: “‘België zal niet goedschiks ophouden te bestaan. Er zullen doden vallen” (Doorbraak, 12 februari 2013). Welnu, op die huldezitting waren o.a. Jan Peumans (N-VA), nu voorzitter van het “Vlaams” parlement, en “Vlaams” minister-president Geert Bourgeois aanwezig (persmededeling OVV). Een kritische opmerking viel er niet.

Distantiëring van het nazisme, maar geen veroordeling collaboratie 

Voorts stelde De Wever: “We moeten zonder schroom zeggen wat goed of fout was. Het nazisme en de shoah waren misdadig fout. Dat mag niemand ontkennen, dat behoeft zelfs geen enkele nuancering”. Is het zo ophefmakend te zeggen dat het nazisme en de jodenvervolging fout was? Dit is toch een evidentie. Zou er iemand de Duitse bondskanselier Merkel een groot politica noemen omdat ze de holocaust “fout” vond? Wat meer is, de holocaust was niet zomaar “een fout”. Het was een misdaad tegen de menselijkheid.

De pers zou zich beter afvragen waarom het 70 jaar geduurd heeft alvorens één ‘Vlaams’-nationalistische politicus en dan nog slechts in eigen naam de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog afgekeurd heeft.

Tegen de eigen achterban 

Wat ook opvalt is dat er rond de collaboratie toch wel radicale visies circuleren binnen de N-VA. Welke uitspraak moeten we nu als geldig aanvaarden?

–       Op 5 mei 2001 zei Jan Jambon (thans N-VA) dat de “Vlamingen” zich niet moesten excuseren voor de collaboratie;

–       In mei 2007 werd op aansturen van de voormalige burgemeester van Antwerpen, Patrick Janssens, door de gemeenteraad geopperd om excuses aan te bieden voor het overmatig aandeel van het stadsbestuur in de Jodenvervolging. De Wever vond dat niet nodig. Hij noemde de excuses ‘gratuit’;

–       In 2009 noemde de N-VA-voorzitter van het “Vlaams” parlement, Jan Peumans, het Belgisch verzet “crapuul van de straat”;

–       In 2010 herhaalde Peumans zijn woorden. Nu waren de verzetslieden “moordenaars” en “lafaards”;

–       In oktober 2014 vond N-VA-minister Jambon dat de collaborateurs “hun redenen” hadden;

–       Nog diezelfde maand hield N-VA-minister Theo Francken een toespraak op het verjaardagsfeest van de veroordeelde VNV-collaborateur Bob Maes. Aanwezig waren ook minister Ben Weyts en “Vlaams” parlementslid Karl Vanlouwe.

Al deze uitspraken of daden werden in de pers nochtans niet “historisch” genoemd. Waarschijnlijk aast De Wever op minder rechtse en centrumkiezers door zich om puur electorale redenen te laten afschilderen als een “democratische” nationalist.

Als het De Wever menens is met zijn afwijzing van de collaboratie, moet hij de daad bij het woord voegen en niet alleen alle banden met extreemrechts doorknippen – waardoor hij een belangrijk deel van zijn partij inclusief de vele overgelopen Vlaams-Belangers zal verliezen -, maar ook het ‘Vlaams’-nationalisme als ideologie afzweren want net deze ideologie is tijdens en door de twee collaboraties ontstaan. Men kan niet tegen een feit zijn en er de belangrijkste erfenis van propageren.

Bron foto onbekend – source photo inconnue

ijzerbed.43CONDAMNATION TIMIDE DE LA COLLABORATION

Lors d’une  cérémonie de commémoration pour  les victimes de l’Holocaust à Anvers, le 6 mai 2015, 70 années après la fin de la Deuxième Guerre Mondiale, Bart De Wever (N-VA), bourgmestre de la ville, s’est exprimé à titre personnel sur la collaboration. Selon ses dires, celle-ci fut une erreur terrible “à tout niveau.” Certains médias, comme De Morgen, l’ont appelé ensuite un ‘grand politicien’. Il n’en est pourtant rien. C’est comme si la chancelière allemande ne s’excuserait que maintenant pour la Deuxième Guerre Mondiale après une réflexion de 70 années… et tout cela à titre personnel. De Wever n’a pas exprimé d’excuses au nom de son mouvement controversé.

De Wever affirmait notamment qu’il voulait affronter le passé: “cette collaboration fut une erreur terrible “à tout niveau”. Il s’agit d’une page noire dans l’histoire que le nationalisme “flamand” doit pouvoir regarder en face et qui ne doit jamais être oubliée“.

Sans doute cette affirmation fut courageuse (ou téméraire?) tenant compte des liens (familiaux) d’une grande partie de sa base avec des anciens collaborateurs. Ces propos sont toutefois  anecdotiques vu leur caractère strictement personnel. En outre, Bart De Wever n’a rien dit de nouveau. Le 19 octobre 2014, il disait déjà à la VRT : « Pour la énième fois, la collaboration était une erreur  ». « Qu’une grande partie du mouvement flamand, dont je suis un héritier, se soit placée du mauvais côté est une page extrêmement noire de son histoire ». De Wever avait également déclare en 2006 (dans l’hebdomadaire Knack) “que la collaboration fut une faute grossière, de principe et tactique. Cependant, il s’agit d’une des rares fois qu’un politicien flamingant remet en question la collaboration. Ceci rend le fait intéressant, sans plus.

Rappelons qu’en 2000, lors du pèlerinage de l’Yser, Frans-Jos Verdoodt, à l’époque président du comité du pèlerinage, s’est excusé pour la collaboration. Cependant, De Wever ne l’a pas fait. Il n’a fait qu’exprimer des regrets et même ces regrets n’étaient pas univoques. Il est également remarquable que De Wever, bien qu’il ait qualifié la collaboration d’une faute, a maintenu un mur de silence  au caractère criminel de celle-ci. Quant aux collaborateurs individuels, il y a, selon De Wever « surtout beaucoup de gris ». C’est pourquoi il a refusé de les condamner (VRT, 5 mai 2015).

dwLa Première Guerre Mondiale passée sous silence 

Le président de la N-VA n’aborda que la collaboration des nationalistes ‘flamands’ pendant la Deuxième Guerre Mondiale. Ainsi, il a volontairement ou non passé sous silence la collaboration pendant la Première Guerre Mondiale (1914-1918). Etait-elle donc justifiée? Quoi qu’il en soit, dans la maison de Bart De Wever se trouve une affiche originale de la “déclaration d’indépendance” du “Conseil de Flandre” en 1917. Il s’agissait d’un parlement de marionnettes infiltré par les forces les plus extrêmes (l’armée et la marine) du cruel occupant. Sans la collaboration pendant la Première Guerre Mondiale  – le conflit pendant lequel l’occupant allemand est parvenu à fonder le nationalisme ‘flamand’ dans le cadre de sa ‘Flamenpolitik’  – il n’y aurait jamais eu une deuxième collaboration encore plus grande. Le fait que le nationalisme ‘flamand’ s’ouvre au fascisme trouve ses racines dans cette époque. Le spécialiste à cet égard, Lode Wils, l’exprimait ainsi: “Non seulement le travail [des collaborateurs flamingants pendant la première guerre mondiale], mais même  leur vie dépendait d’une victoire allemande et de la destruction de la Belgique […] La véritable haine contre la Belgique, qui est la suite de leur impuissance, trouva son corollaire dans le refus absolu de la volonté populaire et de la démocratie. L’attitude antidémocratique du nationalisme flamand ne date pas de 1930 et ne fut pas causée par le fascisme, mais elle date déjà de sa création pendant la guerre” (L. WILS, Onverfranst, Onverduitst? Flamenpolitik, activisme, frontbeweging, Kalmthout, 2014, pp. 268-274).

Bron/source: Wies Moens

wies-moensUne faute tactique

Que faut-il donc penser de cette ‘page noire’, de cette faute ‘à tout niveau’?  Il  est évident que la collaboration était une faute tactique de la part des flamingants. Toutefois, jusqu’à l’heure actuelle,  certains nationalistes entretiennent des liens intimes avec des mouvements fascistes, voire nazis.  Plusieurs flamingants se vantent ouvertement de l’idéologie fasciste (voir les citations ci-dessous).

Ainsi, De Wever pourra expliquer à huis clos à sa base que la collaboration avec les nazis fut surtout une faute tactique, mais non une faute éthique.  On a l’impression que les nationalistes ‘flamands’ estiment que la collaboration avec une puissance étrangère  – même si celle-ci se comporte cruellement  – est permise à condition que cela

serve le nationalisme ‘flamand’.

Que De Wever aurait-il dit si l’Allemagne nazie avait gagné la guerre?  Les flamingants n’auraient-ils alors pas déclaré que la collaboration était la meilleure décision jamais prise (bien entendu dans l’hypothèse plutôt improbable que les nazis leur auraient octroyé une république d’operette ‘flamande’) ?  Les flamingants ont parié et ont perdu.

Le publiciste flamingant influent Mark Grammens l’exprima ainsi lors d’une réunion à  son honneur à Anvers le  27 novembre 2013 : “La collaboration des nationalistes flamands avec les ennemis étrangers de l’Etat belge […] n’était pas une faute, mais la chose la plus naturelle et la plus évidente au monde. Si les flamingants n’avaient pas collaboré avec les ennemis de la Belgique, ils auraient renoncé à leur devoir”. Le même Grammens affirmait également: “La Belgique ne cessera pas d’exister de bon gré. Il y aura des morts” (Doorbraak, 12 février 2013). Or, lors de cette réunion furent notamment présents Jan Peumans (N-VA), le président actuel du parlement ‘flamand’, et le ministre-président ‘flamand’ Geert Bourgeois (N-VA) (communiqué de presse de l’OVV). On n’y a cependant pas entendu la moindre remarque critique.

De Wever prit ses distances du nazisme, mais ne condamna pas la collaboration

De Wever a aussi déclaré ceci: “Il faut que l’on dise sans crainte ce qui fut bon ou mauvais : le nazisme et la shoah étaient criminellement fautifs. Personne ne peut le nier, cela ne nécessite même pas de nuances.”.

Est-il si novateur de dire que le nazisme et la persécution des juives étaient des fautes? Il s’agit d’une évidence. Y aurait-il quelqu’un qui appellerait la chancelière allemande une grande femme d’Etat lorsqu’elle déclare que le holocauste était une ‘faute’ ? Qui plus est, la Shoah n’était pas une simple “faute”. Il s’agissait d’un crime contre l’humanité.

La presse ferait mieux de se demander pourquoi il a fallu attendre 70 années pour qu’un politicien flamingant désavoue – et encore seulement à titre personnel – la collaboration pendant la deuxième guerre mondiale.

Contre sa propre base

On a vu aussi des visions assez radicales sur la collaboration au sein de la N-VA. Quelle affirmation doit-on alors considérer comme valable?

–       Le 5 mai 2001, Jan Jambon (aujourd’hui N-VA) disait que les  “Flamands” ne devaient pas s’excuser pour la collaboration ;

–       En mai 2007, à l’initiative de l’ancien bourgmestre anversois Patrick Janssens, le conseil communal avait suggéré de s’excuser pour la contribution excessive de la ville dans la persécution des Juifs. De Wever estimait que ce n’était pas nécessaire. Selon lui, les excuses étaient ‘gratuites’;

–       En 2009, Jan Peumans (N-VA), le président du parlement ‘flamand’,  qualifia la résistance belge, de “crapule de la rue”;

–       En 2010, Peumans répéta ces mots. Cette fois-ci, les membres de la résistance furent décrits comme des ‘assassins’ et des ‘lâches’;

–       En octobre 2014, Jambon, ministre N-VA, disait que les collaborateurs avaient ‘leurs raisons’ ;

– le même mois, le ministre Theo Francken  (N-VA) tenait une allocution à la gloire d’un collaborateur condamné du VNV, Bob Maes. Le ministre Ben Weyts (N-VA) et un membre du parlement ‘flamand’  Karl Vanlouwe étaient aussi présents.

Néanmoins, toutes ces affirmations ou actes ne furent pas catalogués comme ‘historiques’ par la presse.

Probablement, De Wever mise sur les électeurs moins orientés à droite ou centristes en se faisant passer, pour des raisons purement électorales, pour un nationaliste ‘démocratique’.

Si, en revanche, De Wever était sérieux au niveau du rejet de la collaboration, il devrait joindre le geste à la parole, non seulement en rompant les liens avec la droite radicale – ce qui lui fera perdre une partie importante de son parti, y compris les nombreux transfuges du Vlaams Belang – mais également en renonçant au nationalisme ‘flamand’ en tant qu’idéologie parce qu’elle est née pendant et par l’effet des deux collaborations. On ne peut condamner un fait tout en propageant son héritage principal.