LA MINISTRE GALANT EST-ELLE VRAIMENT LA SEULE A BLAMER? – MOET MINISTER GALANT ECHT ALLE SCHULD DRAGEN?

bron-source: www.standaard.be Imagedesk/Dieter Telemans
bron-source: www.standaard.be; Imagedesk/Dieter Telemans

QUELQUES REMARQUES SUITE A LA DEMISSION DE LA MINISTRE GALANT

En principe, le B.U.B. ne s’intéresse pas au sort politique des particrates. Toutefois, nous avons quelques remarques suite à la démission forcée de la ministre ‘fédérale’ de la mobilité, Jacqueline Galant (MR). 

1) La presse a commenté cette démission de façon peu soignée. Ainsi, plusieurs médias (en ligne) ont d’abord affirmé que la ministre Galant avait remis sa démission «auprès du conseil des ministres’ (sic), après quoi le premier ministre Michel l’aurait ‘acceptée’ (sic). Pourtant, la Constitution est claire quant à la procédure: ‘le Roi nomme et révoque ses ministres’ (art. 96). Il pose cet acte avec l’assentiment d’un ministre, comme stipule la Constitution. Toutefois, le premier ministre lui-même a déclaré un peu plus tard que la ministre Galant avait présenté sa démission au Roi, qui l’a ensuite acceptée. Il est également de dire que le MR nomme le successeur. C’est le parti qui peut en présenter un au Chef de l’Etat.

2) Pourquoi faut-il blâmer un seul ministre national pour des fautes commises avant et après les attentats du 22 mars 2016? Quid du ministre Jambon qui rejetait la responsabilité à un ‘officier de liaison’? Quid du ministre Geens qui avait agi de manière laxiste à l’égard d’un terroriste? Quid des innombrables ministres et du nombre pléthorique de gouvernements régionaux et communautaires qui rendent notre pays ingouvernable? Quid des ‘ministres’ qui espèrent que la Belgique n’existe plus en 2025 (Homans) ou qui plaident pour une constitution ‘flamande’ (Bourgeois)? Sont-ils au-dessus de la loi?

3) Il s’agit en outre d’un ministre national qui prônait un nouveau code de la route belge et qui a toujours défendu le caractère unitaire de la SNCB et des chemins de fer, même à l’encontre de son partenaire de la coalition, la N-VA.

4) Après sa démission, Galant a déclaré qu’elle allait de nouveau siéger au parlement “wallon”. Cela révèle quelque chose sur Galant (qui veut une sécurité vau niveau de son revenu ; comme tout le monde finalement), mais surtout sur la particratie, son réseau et son système fédéral, qui, par leur multitude de mandats, ont toujours une carrière en réserve pour chaque politicien évincé (il suffit de penser à Yves Leterme, ancien formateur et premier ministre raté qui a pu travailler de 2011 à 2014 à l’OCDE à Paris). Souvent il s’agit d’un « poste d’attente » afin de pouvoir occuper plus tard de nouveau un poste plus important au sein de la politique belge. Evidemment, cela n’a rien à voir avec la démocratie, mais témoigne d’un népotisme, qui rend la Belgique malade.

Sans doute, la ministre Galant a commis des erreurs, mais celles-ci ne nous semblent pas plus graves que celles commises par ses collègues Jambon et Geens. De plus, ces erreurs ne mettent pas en cause l’existence-même de la Belgique contrairement au comportement de certains politiciens qui conspirent ouvertement contre l’Etat belge !

 

ENKELE BEDENKINGEN BIJ HET ONTSLAG VAN MINISTER GALANT

De B.U.B. geeft in principe niets om het politieke lot van particraten, maar we hebben toch enkele bedenkingen bij het gedwongen ontslag van “federaal” minister van mobiliteit Jacqueline Galant (MR).

1) De pers berichtte zeer slordig over dit ontslag. Zo pakten verschillende (online) media uit met de mededeling dat minister Galant haar ontslag ‘bij de ministerraad’ (sic) had ingediend, waarna premier Michel het zou ‘aanvaard’ (sic) hebben. De Grondwet laat nochtans geen twijfel bestaan over de procedure: ‘de Koning benoemt en ontslaat zijn ministers’ (art. 96). Hij stelt die handeling met de goedkeuring van een minister, zoals grondwettelijk vastgelegd. Wel heeft de premier zelf even later gezegd dat minister Galant haar ontslag bij de Koning aanbood, die het vervolgens aanvaardde. Het klopt ook niet dat de MR nu een opvolger mag benoemen. De partij mag die wel aan het staatshoofd voorstellen.

2) Waarom moet één nationale minister verantwoordelijk gesteld worden voor de fouten begaan vóór en na de aanslagen van 22 maart 2016? Quid met minister Jambon die liever de verantwoordelijkheid doorschoof naar een “verbindingsofficier”? Quid met minister Geens die te laks is opgetreden tegenover een terrorist? Quid met de talloze ministers in de vele deelregeringen die ons land ‘rijk’ is en die het onbestuurbaar maken? Wat met ‘ministers’ die hopen dat België in 2025 niet meer bestaat (Homans) of pleiten voor een ‘Vlaamse’ grondwet (Bourgeois)? Staan die soms boven de wet?

3) Het gaat bovendien om een nationale minister die een nieuwe Belgische wegcode wou en steeds het unitaire karakter van de NMBS en de spoorwegen heeft verdedigd, zelfs tegen coalitiepartner N-VA in.

4) Na haar ontslag zegt Galant dat ze opnieuw haar zetel in het  “Waals” parlement gaat opnemen. Dat zegt iets over Galant (ze wil inkomenszekerheid; hoe zou men zelf zijn?), maar vooral veel over de particratie, haar netwerk en haar federaal systeem, die door hun overvloed aan postjes voor elke uitgerangeerde politicus nog een carrière in petto hebben (denken we maar aan de mislukte ex-formateur en ex-premier Yves Leterme die van 2011 tot 2014 bij de OESO in Parijs mocht werken). Dikwijls is het dan een “wachtpostje” om later opnieuw een belangrijkere post in de Belgische politiek te bezetten. Met democratie heeft dat natuurlijk niets te maken. Dat heet vriendjespolitiek. En die maakt België ziek.

Ongetwijfeld heeft minister Galant fouten gemaakt, maar ze lijken ons niet erger dan die van haar collega’s Jambon en Geens. Bovendien brengen die fouten niet het bestaan zelf van België in gevaar in tegenstelling tot het gedrag van  bepaalde politici die openlijk tegen de Belgische staat samenspannen !