EEN ASOCIAAL FRONT – UN FRONT ASOCIAL

EEN ASOCIAAL FRONT

Kent u André Leysen (°1927)? De man, in zijn jeugd achtereenvolgens lid van de Hitlerjugend en de Waffen SS, schopte het in de jaren 1980 zelfs voorzitter van het VBO. Ondertussen had hij al sterke banden opgebouwd met de media en met de politiek. In 1976 richtte hij de VUM op (vandaag: Corelio, uitgever van o.a. De Standaard, Het Nieuwsblad en L’Avenir) en begin jaren 1980 was hij een drijvende kracht achter de besparingen van de regering Martens.

Dezelfde regering waardoor de regionalisering en communautarisering van België een versnelling hoger schakelde. Vandaag is één van zijn zonen, Thomas Leysen, voorzitter van het VBO en van Corelio. Ook het grote Umicore (vroeger: Union Minière, waar vandaag Vlaams-nationalist Dehaene in de raad van bestuur zit) is in familiehanden (voorts bezit ze nog Ahlers in Antwerpen en heeft ze aandelen in Umicore en KBC). Het is maar één voorbeeld van de verstrengeling tussen Vlaams-nationaal patronaat, Vlaams-nationale media en bedrijven.

Onlangs (30.11.10) gaf VOKA-baas Luc De Bruyckere een veelzeggend interview. Daarin sprak hij zich uit tegen nieuwe verkiezingen en terloops tegen het einde van België. De enige oplossing was volgens hem een communautair akkoord tussen de N-VA en de PS. Nog liever een failliet België – de internationale speculatie tegen ons land dreigt immers – dan een noodregering zonder staatshervorming dus…

Voor de organisatie kan het dus perfect dat we een Griekenland (of Ierland) aan de Noordzee krijgen, waarvan overigens àlle burgers – ook de zgn. “Vlamingen” – bij achteruit boeren, krijgen. De heilige “staatshervorming”– een eufemisme voor staatsafbraak – moet en zal er immers komen. Kenmerkend is, dat zo’n inciviek – laten we het woord maar eens gebruiken – betoog door geen enkele journalist of “opiniemaker” aan de kaak gesteld wordt. Anderzijds is het, zeker gelet op de achtergrond van VOKA, geen wonder dat de organisatie zich zo radicaal opstelt.

Voka is mijn echte baas, als Voka niet tevreden is, ben ik niet tevreden”, aldus Bart De Wever op 12 augustus jl.

Het is immers een publiek geheim dat VOKA de spreekbuis is van de Vlaams-nationalisten in het algemeen en van de N-VA in het bijzonder. Zo was de invloedrijke  Philippe Muyters (N-VA) gedelegeerd bestuurder van VOKA.  De werkgeversvereniging bevindt zich zonder meer aan de kant van de “volksnationalisten”.

Gelet op de voorgeschiedenis van VOKA, hoeft dat ook niet te verwonderen. Het VOKA is immers gegroeid uit het VHV (°1910) – het Vlaams Handelsverbond, dat “Vlaams taalbelang aan stoffelijk belang” koppelde – dat in 1926 het Vlaams-nationalistische VEV (Vlaams Economisch Verbond) werd. Mettertijd werd deze beweging een radicale tegenbeweging voor de oudere Belgische burgerij. Het doel bleef een onafhankelijke staat, maar werd verpakt onder de term (con)federalisme. Confederalisme – een bond van onafhankelijke staten – is ook waar VOKA vandaag officieel voor staat.

Sommige werkgeversorganisaties doen ook niet de minste moeite om hun bedoelingen te verhullen.

In 2006 hadden de drie Vlaams-nationale werkgeversorganisaties (VOKA, UNIZO, VKW) op een colloquium van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen en de Vlaams-nationalistische Marnixring in een gemeenschappelijke verklaring hun sociaal-economisch minimumprogramma bekendgemaakt. Dit minimumprogramma bestond uit vier hoofdpunten: regionalisering van het hele arbeidsmarktbeleid, de CAO’s, de kinderbijslag en van de vennootschaps- en personenbelasting. Het Vlaams Belang onthaalde dit pleidooi uiteraard op applaus.

Al langer dan vandaag ijvert VOKA trouwens voor een splitsing van de sociale zekerheid. De Vlaamse werkgeversorganisaties willen dus in de eerste plaats de welvaartsstaat ontmantelen. In die zin is hun nationalisme ingegeven door economische motieven.

Immers, het Vlaams gewest kan in zo’n scenario werkloosheidsbeperkingen drastisch inperken in de tijd, werklozen zo snel en “soepel” mogelijk activeren, de opzegtermijn voor bedienden beperken, de sociale-zekerheidsbijdragen beperken, de fiscale concurrentie tussen regio’s aanzwengelen en, meer algemeen, de “gehate” sociale zekerheid afbreken… Welnu, zo’n extreem “neo-liberaal” is zeer moeilijk in België door te duwen, omdat “linkse” partijen traditioneel sterker staan in het zuiden van België. In het Vlaams gewest daarentegen vertegenwoordigen “linkse partijen” daarentegen slechts 20% van het kiezerspotentieel. De conclusie van het Vlaams-nationaal patronaat en hun nationalistische woordvoerders is dan ook duidelijk: België moet verdwijnen.

Dat het nationalistische discours er één op maat is van egoïstische werkgevers (adjectief en substantief zijn niet noodzakelijk synoniemen!), werd duidelijk toen Bart De Wever op 1 december jl. ging spreken voor de “prestigieuze” Cercle de Wallonie (nomen est omen!) “door het gewicht bij de deelstaten te leggen […] kan je de economie moderniseren” zei hij daar onder andere (DS, 1.10.10). Dat zal wel. Dat die “modernisering” in werkelijkheid een sociaal bloedbad inhoudt, moge duidelijk zijn. Het beleid dat de nationalisten voorstaan is niet alleen anti-Belgisch, maar ook asociaal. Zijn betoog werd daar op applaus onthaald, op het institutionele luik na. Eén Franstalige werkgever verklaarde zelfs dat hij voor een federale kieskring was om dan op de … N-VA te kunnen stemmen.

Ondertussen is er geen enkele traditionele (en dus taalgesplitste) Nederlands- of Franstalige partij die het aandurft om de separatistische theses van de N-VA openlijk te bestrijden. Dit terwijl men de burger tientallen jaren lang heeft wijsgemaakt dat met het (even separatistische) Vlaams Blok onder geen beding mocht geregeerd worden (“cordon sanitaire”). Niet alleen wordt de splitsingsmanie niet bestreden, ze wordt zelfs bijgetreden, ook door Franstalige partijen.

Een regering met de N-VA betekent een regering die de arbeidsmarkt, de gezondheidszorgen en kinderbijslagen, justitie, grootstedenbeleid, buitenlandse handel, de personen- en vennootschapsbelasting, ontwikkelingssamenwerking, het veiligheidsbeleid (civiele bescherming, brandweer), het verkeers- en transportbeleid en nog veel meer opsplitst om zo de weg te plaveien naar het einde van België. In dit splitsingsproces vinden de Vlaams-nationalisten steun in (bijna de gehele) geschreven en de (“openbare”) audiovisuele media en bij invloedrijke werkgevers(organisaties).

We herhaalden wat we al eerder stelden: in de huidige omstandigheden is het bewaren van het institutionele status-quo een revolutionaire daad.