TAALNATIONALISME: GEEN GELOOFWAARDIGHEID!

TAALNATIONALISME: GEEN GELOOFWAARDIGHEID!

Naar aanleiding van de brochure “België barst?” van gewezen Kamervoorzitter Herman De Croo formuleerde Bart De Wever (N-VA) een antwoord in DE STANDAARD (18.11.08). Volgens De Croo is het onmogelijk om België te splitsen, omwille van praktische redenen (Brussel, de staatsschuld, de E.U.). De Wever doet dit af als nonsens en meent dat Vlaanderen zich moet afscheiden van België. De belangrijkste redenen daarvoor liggen, volgens hem, bij de transfers. De zogenaamde onbestuurbaarheid van België en de immense staatsschuld die daarvan het gevolg zouden zijn, liggen hem ook zwaar op de maag. Misschien pleit hij eerstdaags wel voor het splitsen van de (feitelijk meertalige) V.S.A., die een nog hogere staatsschuld hebben…

Wat zou er gebeuren indien België uiteenvalt? Indien aan de wens van de overgrote meerderheid van de Belgen gevolg zou worden gegeven – alle wetenschappelijke peilingen tonen het aan – zou die vraag louter tot het veld van de (politieke) science-fiction behoren. Het lot wil nu echter dat er taalnationalisten in ons land zijn, die een kleine, maar zeer goed georganiseerde minderheid vormen. Laten we hen dus van antwoord dienen.

Ten eerste is het onwaarschijnlijk, om niet te zeggen onmogelijk dat een “Vlaams” republiekje het overwegend Franstalige Brussel behoudt. De Wever stelt daartegenover dat de Vlaams-nationalisten nooit zullen “aanvaarden” dat ze Brussel kwijtraken. Daar twijfelen we niet aan, maar dat verandert niets aan de situatie. Zelfs de randgemeenten rond Brussel kunnen verloren gaan. Men vergete niet dat België bij zijn onafhankelijkheid grote delen van Limburg en Luxemburg verloor. Nu wonen er in Brussel wel 200.000 Nederlandstaligen, wier taalrechten binnen een francofone ruimte nà de afscheuring van het noorden van België zeer in het gedrang zullen komen.

Wat de E.U. betreft is het nog maar ten zeerste de vraag of de Unie een Vlaamse republiek zou erkennen. Landen als Italië, het Verenigd Koninkrijk en Spanje zitten zelf met separatistische bewegingen en willen uiteraard geen precedent scheppen. Nog niet zo lang geleden (in oktober 2007) riep de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, op om de “solidariteit in België te bewaren”. De Wever weet dit ook wel en danst dan ook om de hete brij heen. Maar zelfs indien het geamputeerde “Vlaanderen” onafhankelijkheid zou verwerven en lid zou worden van de E.U. (het lidmaatschap zal hoe dan ook moeten aangevraagd worden), dan nog zitten de nationalisten met problemen. De nieuwe staat zal dan bijvoorbeeld het zogenaamde Minderhedenverdrag verplicht moeten ratificeren, wat de Franstaligen in “Vlaanderen” oneindig meer rechten zal geven dan vandaag het geval is. Daarbij komt nog dat het volstrekt niet onmogelijk is dat “Wallonië” aansluiting met Frankrijk zou zoeken. Met Frankrijk aan de grenzen van Halle en Limburg zal de gerechtvaardigde bekommernis om het Nederlands te beschermen pas echt in het gedrang komen. Vlaamse onafhankelijkheid nastreven is in die zin zelfs anti-Vlaams te noemen en druist in tegen de al even rechtvaardige eis van de meeste Belgen om hun land te behouden.

Langs de andere kant zijn ook de argumenten van De Croo allerminst overtuigend. Het is toch niet omdat iets moeilijk of niet kan – i.c. het einde van België – dat dit een argument vormt om het niet te doen? De essentie van de discussie is of het wénselijk is dat België gesplitst wordt. Volgens taalnationalisten is het onmogelijk om in een multiculturele staat met meerdere taalgroepen politiek samen te leven. In Brussel kan dit volgens hen vreemd genoeg wel. Dat 50% van de transfers in de Sociale Zekerheid naar het “Vlaamse” Brussel gaan, wordt door hen bewust verzwegen. De Wever heeft dan ook enkel moeilijkheden met de transfers naar “Wallonië”. Toch stelt hij, naar eigen zeggen, solidariteit met die streek niet in vraag, ook niet na een splitsing van België. Dat het dan niet om een democratisch overeengekomen solidariteit zal gaan – gestemd door Volksvertegenwoordigers in een federaal parlement – maar wel om een onderhandelbare en ten allen tijde opzegbare “solidariteit” vernemen we er niet bij.

Nationalisten willen immers wel in één “volkseigen” staat debateren, overleggen, wetten stemmen e.d.m., maar weigeren dit te doen met “volksvreemde” mensen. De fundamentele vraag is of zulke grondhouding tot de kenmerken van een democratische ingesteldheid behoort. Welnu, een democraat probeert met mensen te dialogeren en hen te overtuigen door middel van argumenten. Deze handelswijze wordt toegepast door liberalen, socialisten, christen-democraten en groenen. De politieke gemeenschap wordt gevormd door verschillende – nu eens botsende, dan weer elkaar verrijkende – meningen. Democratie bestaat omdat er nu eenmaal grote verschillen tussen mensen en bevolkingsgroepen bestaan. Waren we het over alles eens, dan konden we evengoed een dictatuur of een totalitaire staat inrichten. Staatsvormen die trouwens zonder nationalisme onmogelijk zijn.

De ideologie van nationalisten wijst het binnenstaats, democratisch debat af. Taalnationalisten willen anderen niet overtuigen, maar hun “onderdrukkers” afschudden, verjagen of, zoals in het geval van De Wever, zich afscheuren van een bestaande staat. Niet de ideeën van de Franstalige politici worden bestreden, wel de anderstalige mensen zélf zijn het doelwit van de agitatie. Met hen wil men geen politieke gemeenschap vormen omdat het armere landsdeel teveel zou kosten, te verschillend zou zijn, omdat samenleven met de “anderen” chaos zou voortbrengen. Nochtans worden de institutionele kwalen van België veroorzaakt door de nationalistische houding van politici en opiniemakers aan beide zijden van de taalgrens. Nochtans worden de institutionele kwalen van België veroorzaakt door een nationalistische houding van politici en opiniemakers aan beide zijden van de taalgrens. De Wever en de francofone nationalisten van het FDF hebben immers dezelfde ideologie. Daarbij voeden de opstokerijen van de ene de rancunes van de anderen en vice versa. Een nieuw unitair, tolerant en solidair België met Belgisch- en Europeesgezinde politici biedt een uitweg. Taalnationalisten spelen in zulk verhaal geen rol.

Mensen als De Croo, die zélf met hun partijen door het goedkeuren van meerdere staatshervormingen (lees: “staatsafbraken) de huidige institutionele impasse veroorzaakt hebben, moeten zich eens over deze kwestie bezinnen. Zulk antinationalistisch denken is immers toekomstgericht, ook in Europees perspectief. De wereld en ons continent hebben al genoeg geleden onder de onzin van “grenzen” en gebiedsverovering of –afbakening. Reden genoeg om er in ons land geen nieuwe bij te trekken.