SLUITING OPEL ANTWERPEN
De arbeiders van Opel Antwerpen verliezen hun werk, maar de nutteloze deelregeringen en deelparlementen blijven intact. Het is een nationale schande.
Het gaat slecht met de Belgische economie. Dat is normaal aangezien alle westerse landen een economische crisis kennen. Maar in België wordt de crisis nog versterkt door de ingewikkeldheid en de kost van het overheidsapparaat. Zes regeringen en zes parlementen voor een landje van amper 30.000 km² en 11 miljoen inwoners. Teveel is teveel. Investeerders worden door deze complexiteit afgeschrikt en blijven weg. Een economist zei dat de Belgische economie daardoor langzaam aan het doodbloeden is. Een sluipmoord als het ware. De 10 miljard euro die jaarlijks aan het taalfederalisme verloren gaat, maakt nuttigere investeringen onmogelijk.
We weten wel dat het taalnationalisme ingebed is in de Belgische – of beter anti-Belgische – politiek en als een soort van plaatsvervangende religie wordt beschouwd. We weten dat taalfederalisme de politici goed uitkomt. We weten dat België een particratie is, die nieuwe partijen niet waardeert. We weten ook dat de audiovisuele media en een groot deel van de geschreven pers in handen zijn van de huidige machthebbers en bijgevolg voorzichtig zijn met kritiek op het systeem. We weten tenslotte dat de B.U.B. soms in herhaling moet vallen.
Maar is het eerlijk gezegd geen tijd om in het uitsluitend belang van de Belgische bevolking eindelijk het debat te voeren over de afschaffing van dat taalfederalisme en de creatie van een nieuw echt tweetalig en unitair België op basis van 9 provincies ? Een geldig alternatief – of het moet het provinciaal federalisme zijn – is er toch niet. Taalfederalisme werkt niet. Confederalisme houdt separatisme in en separatisme wil quasi niemand. Waar wacht men dan nog op?
LA FERMETURE D’OPEL ANVERS
Les ouvriers d’Opel Anvers perdent leur emploi, mais les inutiles gouvernements et parlements régionaux et communautaires restent en place. C’est une honte nationale.
L’économie belge ne va pas bien. Ce constat est logique parce que tous les pays occidentaux connaissent la crise économique. Toutefois, en Belgique la crise est encore renforcée par la complexité et le coût de l’appareil de l’Etat. Six gouvernements et six parlements pour un petit pays de 30.000 km² et 11 millions d’habitants. Trop est trop. Les investisseurs sont effrayés par cette complexité et s’abstiennent d’investir. Un économiste déclarait que pour cette raison l’économie belge est en train de mourir lentement. Un meurtre en cachette, subreptice. Les 10 milliards d’euros qui sont annuellement gaspillés au fédéralisme linguistique rendent impossibles les investissements nécessaires.
Nous savons bien que la politique belge ou plutôt anti-belge est imbibée du nationalisme linguistique, celui-ci étant considéré comme une religion de remplacement. Nous savons également que le fédéralisme linguistique arrange les politiciens. Nous savons ensuite que la Belgique est une particratie, qui n’apprécie pas les nouveaux partis. Nous savons que les médias audio-visuels ainsi qu’une grande partie de presse écrite sont aux mains des dirigeants actuels, ce qui tempère leur critique sur le système. Nous savons enfin que le B.U.B. est obligé de se répéter de temps en temps.
Mais franchement, n’est-il pas temps de mener enfin le débat dans le seul intérêt de la population belge sur la suppression du fédéralisme linguistique et la création d’une nouvelle Belgique unitaire et véritablement bilingue sur la base de 9 provinces ? Une alternative valable n’existe de toute façon pas (ou cela devrait être le fédéralisme provincial). Le fédéralisme linguistique ne fonctionne pas. Le confédéralisme implique le séparatisme et celui-ci n’est souhaité que par une infime minorité de « Belges ». Qu’est-ce qu’on attend donc ?
