ADVOCAAT TERRORIST VRAAGT VRIJSPRAAK OP BASIS VAN TAALWET
Men kan het zo zot niet bedenken of het gebeurt in het “federale” België. Op 8 februari 2018 vroeg advocaat Sven Mary, die de enige overlevende terrorist van de moorddadige moslimfundamentalistische aanslagen in Parijs van 13 november 2015 verdedigde, Salah Abdeslam, de vrijspraak van zijn cliënt wegens een procedurefout i.v.m. de taalwet in gerechtszaken. De B.U.B. vindt de situatie grotesk.
Volgens de advocaat zou een Nederlandstalige onderzoeksrechter een brief in het Frans aan een Franstalige collega hebben gericht. Het doel was om het onderzoek inzake Abdeslam, die in België terechtstond voor zijn aandeel in de schietpartij voorafgaand aan zijn arrestatie in Vorst in februari 2016, waar hij zich verborgen hield, over te nemen.
Die brief zou volgens de taalwet in het Nederlands moeten opgesteld geweest zijn.
De B.U.B. ziet niet in hoe de rechten van verdediging door zo’n onbelangrijk detail zouden geschonden zijn, des te meer daar de verdachte, die een Fransman is, geen Nederlands spreekt, en zijn advocaat perfect tweetalig is. Bovendien vindt de B.U.B. het ongelooflijk en totaal onaanvaardbaar dat een proces inzake terrorisme ook maar een kleine kans loopt om te moeten overgedaan worden wegens een procedurefout, laat staan een verkeerde toepassing van de taalwetgeving.
In een breder perspectief pleit de B.U.B. dan ook voor een versoepeling van de taalwetten. Taalwetgeving mag nooit tot nietigheid leiden, maar alleen, indien de rechten van de betrokken personen in het gedrang komen, tot rechtzettingen in de vorm van een vertaling. Dat was in dit proces zelfs niet eens het geval.
De B.U.B. is van oordeel dat 50 jaar taalfundamentalisme tot absurde situaties hebben geleid. Ook daar wil onze partij een definitief einde aan maken.
L’AVOCAT D’UN TERRORISTE DEMANDE L’ACQUITTEMENT SUR BASE DE LA LEGISLATION LINGUISTIQUE
La Belgique « fédérale » nous réserve toujours des surprises inédites. Le 8 février 2018, l’avocat Sven Mary, qui défendait le seul terroriste survivant des attentats meurtriers perpétrés par des fondamentalistes musulmans à Paris le 13 novembre 1015, Salah Abdeslam, plaidait l’acquittement de son client pour vice de procédure lié à la loi sur les langues en matière judiciaire. Le B.U.B. trouve la situation grotesque.
Selon l’avocat, un juge d’instruction néerlandophone aurait adressée une lettre rédigée en français à un collègue francophone. Le but était de reprendre le dossier d’Abdeslam, qui devait comparaître en Belgique pour sa complicité dans la fusillade à Forest – où il s’était planqué – en février 2016 avant son arrestation par les forces de l’ordre. Selon la loi linguistique, la lettre aurait dû être rédigée en néerlandais.
Le B.U.B. ne comprend pas comment les droits de la défense auraient pu être violés par un tel détail sans importance, d’autant plus que le prévenu, qui a la nationalité française, ne parle pas le néerlandais, et que son avocat est parfaitement bilingue. En outre, le B.U.B. trouve qu’il est incroyable et totalement inacceptable qu’un procès pour terrorisme coure ne fût-ce qu’un tout petit risque d’être annulé en raison d’une faute de procédure et encore moins pour une application erronée de la loi sur les langues.
Dans une perspective plus large, le B.U.B. plaide pour un assouplissement des lois linguistiques. La loi sur les langues ne peut mener à des nullités, mais seulement, lorsque les droits des personnes impliquées sont en cause, à des rectifications en la forme de traductions. Ce n’était même pas le cas dans le cadre de ce procès.
Le B.U.B. considère que 50 ans de fondamentalisme linguistique ont mené à des situations absurdes. A cela, notre parti entend également mettre un terme.
